Verdun in beeld (28)
Van Béthelainville naar Côte 304

 

Klik op de foto voor een vergroting

  Blik op de Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne.

Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne ligt ten westen van het gelijknamige dorp. De begraafplaats beslaat bijna 15.000 m2 en is rustplaats voor 1092 Fransen, waarvan 10 uit de Tweede Wereldoorlog.

Informatiepaneel van Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne.

Een ossuaire met de eenheden van de soldaten die hier liggen staat centraal op de Nėcropole.

Sfeerbeeld op Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne; het graf van luitenant kolonel Paul Cord’Homme, commandant van het 141e R.I.

In de bosrand ten noorden van Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne ligt een monument voor het 24e Regiment Dragons, opgericht op initiatief van generaal de Witte.

Général de Witte herdacht met dit monument zijn zoon, die op 29 juni 1917 sneuvelde met enkele manschappen.

De luitenant de Witte wordt vermeld met 8 kameraden op de voet van het fraaie monument.

Details van het monument voor het 24e Regiment Dragons.

De grafsteen voor luitenant de Witte.

Sfeerbeeld van het indrukwekkende en mooie monument op Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne.

Nėcropole Nationale du Bois de Béthelainville à Dombasle-en-Argonne met een blik naar het zuidoosten.

Op de cimetiere van Béthelainville is een Carré Militaire te vinden met drie graven.

Het betreft:

Jules Marius Fernand Clamens, gesneuveld 26/09/1914 te Béthelainville (55), Louis Joseph Marius Gandon die stierf op 27/10/1914 te Béthelainville (55) en Jean Armand Abel Lemerle die overleed op 28/04/1916 in Béthelainville (55).

Het Maaslandschap op de linkeroever van de Maas in de vroege morgen.

Het sobere monument op Côte 304, de linkerflank van het Verdunfront. Côte 304 werd van groot belang omdat de hier opgestelde artillerie het Duitse offensief op de Mort-Homme verstoorde.

Een van de graven op Côte 304, waar verder weinig meer terug te vinden is van de bloedige gevechten. Het is van Georges François Joseph Fabre, Sous-lieutenant bij het 3e R.M.Z.T. (Régiment Mixte de Zouaves et de Tirailleurs). Fabre, drager van het Légion d'Honneur en het Croix de Guerre sneuvelde op 18/05/1916 en werd 40 jaar.

Beelden van het monument Côte 304 op de top van de gelijknamige heuvel. Het werd ingehuldigd op 17 juni 1934 door Maréchal Pétain, minister van oorlog op dat moment. De tekst op het monument luidt: " Aux défenseurs de la Côte 304 - Aux dix mille morts héroïques dont le sang imprégna cette terre "

Verwijsbordje naar een wandelroute op Côte 304. De heuvel heeft aan alle kanten individuele graven en monumentjes op haar hellingen. Een selectie volgt hierna.

Eenvoudig monument namens dokter Malet aan de helden van het 141e R.I.

Infomatiepaneel op Côte 304 waarop de strijd op de linkeroever wordt beschreven. De Duitse aanval op de Mort-Homme had veel last van de Franse artillerie op deze heuvel. Daarom besloten de Duitsers ook hier aan te vallen.

Individueel monumentje namens zijn familie voor Alphonse Chagnoleau van het 90e R.I.

Zeer eenvoudig kruisje voor Leon Pialat, die hier sneuvelde op 18 september 1914.

Het kruisje is voorzien van een onleesbare insteekmap met informatie. Een ander kruis is voor Joseph Achille, 342e R.I. , die op 25 januari 1917 werd gedood.

Nog simpeler: De naam van Segin Alentin is nog net leesbaar.

Het moeilijk vindbare monument voor Pierre Lumret die in het 160e R.I. diende.

Lumret viel op 9 april 1916.

Jacques Delépine liet het leven op 8 april 1916. Hij diende ook in het 160e R/.I. als telefonist.

Het monument voor Delépine is op een plateau van stenen te vinden.

Onleesbaar verwijsbordje, vermoedelijk naar de plek van Delépine’s monument.

 

-V-

Terug naar top