Mons, Maubeuge en le Quesnoy |
|
|
De schermutselingen die volgde, mocht in al het geweld van die augustusmaand nauwelijks naam hebben, maar de Britse geschiedschrijving doet ons wel eens geloven dat de overigens professionele Britten bijna eigenhandig het Duitse oorlogsplan om zeep hielpen. Feit blijft dat de tegenstand van de Britten de Duitse aanvallers imponeerde; het was uitsluitend aan de Franse terugtrekking op 21-23 augustus te danken dat maarschalk French eieren voor zijn geld koos.
SCHETS MAUBEUGE
Maubeuge is een vestingstad aan de
Frans-Belgische grens, niet ver van Mons, waar in 1914 niet minder dan 47.000
Franse soldaten gelegerd zijn die de flank van het eerste leger onder bevel
van generaal Alexander von Kluck behoorlijk kunnen bedreigen. De generaal
besluit daarom over te gaan tot het beleg van de stad. Hiermee begint het
langste beleg van de Eerste Wereldoorlog.
SCHETS LE QUESNOY
Op 4 november 1918 stond de Nieuw-Zeelandse divisie als onderdeel van het Britse Derde Leger voor de stadsmuren en kreeg de opdracht Le Quesnoy in te nemen. De Nieuw-Zeelanders besloten onder mistige omstandigheden een eenvoudige en doeltreffende list toe te passen; in plaats van een bombardement klommen ze per ladder over de imposante stadswallen. De verkenningsofficier luitenant Leslie Averill beklom rond 16.00 uur met getrokken pistool als eerste de ladder, en zonder burgerslachtoffers werden de Duitse bezetters van de stad tot overgave gedwongen. Het kostte de Nieuw-Zeelanders “slechts”40 slachtoffers. Le Quesnoy is de soldaten uit het
verre land nog altijd dankbaar en eert ze met straatnamen, een monument en
vanaf 2018 met het enige Nieuw-Zeelandse museum ter nagedachtenis aan de
Eerste Wereldoorlog. |
Het
geconcentreerde snelvuur en de gedegen linie zorgden ervoor dat de Duitse
opmars tot stilstand kwam en de verliezen snel opliepen. Het door de Duitse
keizer als klein en zielig bestempelde leger doorstond de lakmoesproef met
glans. Wat volgde was echter de ineenstorting van het Franse front. De BEF
haastte zich zuidwestwaarts door de bosrijke noordelijke Franse provincies.
Bij Le Cateau, 60 kilometer zuidwaarts, werd nog een keer stand gehouden maar
daarna was de tocht naar Parijs en de rivier de Marne het wekenlange slopende
vooruitzicht. |
|
MONS NU
Mons is een aardige stad in de
uitlopers van de Ardennen. Westelijk van de oude glorie van Charleroi en
oostelijk van het Vlaamse Lille fungeert de stad als stop langs de snelweg
naar Parijs, hoofdkwartier van de NAVO en pleisterplaats met enkele aardige
bezienswaardigheden. Van de gevechten rond Mons is nog wel
wat terug te vinden. Het VVV levert battlefieldmaps waar 8 belangrijke punten
op beschreven zijn. De punten zelf zijn prominent aangegeven. Plaques hangen
her en der. Een klein museum in Mons heeft het niet overleefd, de deuren zijn
gesloten. Saint Symphorien en tientallen kleinere begraafplaatsen herinneren
aan de bloedige slag en de snelle terugtocht van de Britse divisies. |
|
-V- |