Railway Hollow Cemetery ligt in de Britse ondersteuningslinie van juli 1916, ongeveer 1.100 meter ten westen van Serre en 200 meter ten westen van de plantage genaamd "Mark Copse". Het werd gemaakt door het V Corps (als V Corps Cemetery nr. 3) toen de slagvelden van de Somme in 1917 werden ontruimd, en bevat de graven van soldaten van de 3e, 19e en 31e Divisie die sneuvelden op 1 juli en 13 november 1916, en 5 februari 1917.

 

 

Op de begraafplaats zijn 107 oorlogsgraven van het Gemenebest uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan 44 niet geïdentificeerd. Ook zijn er twee Franse oorlogsgraven.

 

Totaal aantal begrafenissen: 109.

Geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 63, Frankrijk 2. Totaal 75.

Niet-geïdentificeerde slachtoffers: 44.

 

De begraafplaats is ontworpen door W C Von Berg.

Bijzonderheden over het ontstaan van het monumentje voor de Barnsley Palls.

Plaque voor alle mannen uit Sheffield in een gemetselde poort op het Sheffield Memorial Park.

Cross of Sacrifice van Railway Hollow Cemetery.

Kruis voor soldaat Bull, die pas op 3 april 1928 werd teruggevonden.

Naamsteen van Queens Cemetery.

Queens Cemetery.

De webmaster met verwijsborden naar Sheffield Memorial Park.

Grafsteen voor sergeant Cox op Queens Cemetery.

"Ter nagedachtenis aan de officieren en manschappen van het 12th Battalion York and Lancaster Regiment (Sheffield City Battalion) die voor Serre 1916 zijn gesneuveld."

.

Er zijn veel oorlogsmonumenten en plaquettes rond Sheffield, waaronder het City War Memorial in Barker's Pool. Deze worden allemaal verzorgd door de gemeenteraad van Sheffield, maar minder bekend is dat ook het Sheffield Battalion Memorial in Serre-lès-Puisieux, een dorp in Noord-Frankrijk, wordt onderhouden.

 

 

Op de eerste dag van de Slag aan de Somme op 1 juli 1916 waren mannen van het 12th Battalion, York en Lancaster Regiment (“de Sheffield Pals”) verschanst klaar om een ??aanval uit te voeren op de Duitse stelling in het versterkte gehucht Serre op een heuveltop. De troepen werden geconfronteerd met verwoestend mitrailleurvuur ??en tegen het einde van de dag meldde het bataljon 248 doden, 246 gewonden en 18 vermisten.

 

Dit kleine dorp is onuitwisbaar gestempeld op de pagina's van de geschiedenis van Sheffield - gestempeld met het bloed van stadszonen, want in een vruchteloze poging om Serre in te nemen, leed het Sheffield City Battalion enorme verliezen.

Symboliek op het monument.

De inscriptie op het monument. “To the memory of the officers and men of the 12th Battalion York and Lancaster Regiment (Sheffield City Battalion) who fell before Serre 1916.”

Kaart van de gevechtshandelingen rond het dorpje Serre, juli 1916.

Verwijsbordje naar Ten Tree Alley Cemetery.

Het dorp Puisieux werd op 28 februari 1917 door Britse troepen ingenomen, op 26 maart 1918 verloren en op 21 augustus heroverd.

 

Ten Tree Alley werd gemaakt door het V Corps (als Ten Tree Alley Cemetery No.2, V Corps Cemetery No.24) in 1917 en het stond naast een voormalige Duitse loopgraaf, veroverd door de 32e Divisie in de nacht van 10 op 11 februari 1917.

 

Op deze plek worden 67 oorlogsslachtoffers van 1914-18 herdacht. Hiervan zijn er 24 niet geïdentificeerd.

 

De begraafplaats heeft een oppervlakte van 250 vierkante meter, zonder toegangspad en is omsloten door een puinmuur.

 

?De begraafplaats is ontworpen door William Harrison Cowlishaw

Totaal aantal begrafenissen: 67.

Geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 43. Totaal 43.

Niet-geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 24. Totaal 24.

Cross of Sacrifice op Ten Tree Alley Cemetery.

Naamsteen van Ten Tree Alley Cemetery.

Sfeerbeeld van Ten Tree Alley Cemetery.

vermelding over het register op Ten Tree Alley Cemetery.

Verwijsbordje naar New Munich Trench British Cemetery.

Beaumont-Hamel werd opnieuw aangevallen en op 13 november 1916 ingenomen door de 51st (Highland) en 63rd (Royal Naval) Divisions.

 

München Trench werd op 15 november 1916 bezet door de 51st (Highland) Division; Nieuwe München Trench werd de vorige nacht gegraven door de 2/2e Highland Field Company en een compagnie van de 8e Royal Scots, en verlengd door de 8e Devons in december.

 

De begraafplaats werd aangelegd door het V Corps in het voorjaar van 1917, toen hun eenheden het slagveld ontruimden, en het stond ook bekend als V Corps Cemetery No.25.

 

 

Op deze plek worden 146 oorlogsslachtoffers van 1914-18 herdacht. Hiervan zijn er 18 niet geïdentificeerd. Allen vielen in de periode november 1916, of januari 1917, en de meerderheid behoorde tot de 10/11e, 16e of 17e Highland Light Infantry.

 

De begraafplaats heeft een oppervlakte van 404 vierkante meter en is omsloten door een lage stenen muur.

Details van het slachtoffer: Verenigd Koninkrijk 146. Totaal aantal begrafenissen: 146.

Geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 128. Totaal 128.

Niet-geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 18. Totaal 18.

Sfeerbeeld van New Munich Trench British Cemetery.

New Munich Trench British Cemetery.

Beaumont-Hamel werd veroverd in november 1916, in de Slag om de Ancre, en de graven op deze begraafplaats zijn grotendeels die van hen die toen stierven. De begrafenissen werden uitgevoerd door het V Corps in het voorjaar van 1917, na de Duitse terugtrekking naar de Hindenburglinie.

 

 

Op Waggon Road Cemetery (oorspronkelijk V Corps Cemetery No.10) zijn 195 graven uit de Eerste Wereldoorlog (36 niet-geïdentificeerd), 46 van hen behoren tot het 11th Battalion the Border Regiment, dat zowel in juli als november 1916 in Ancre aanviel.

 

Details van het slachtoffer: Verenigd Koninkrijk 195. Totaal aantal begrafenissen: 195.

Geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 159. Totaal 159.

Niet-geïdentificeerde slachtoffers: Verenigd Koninkrijk 36. Totaal 36.

De begraafplaats is ontworpen door WH Cowlishaw.

Grafsteen voor soldaat Bundy op  Waggon Road Cemetery (oorspronkelijk V Corps Cemetery No.10).

Munich Trench Cemetery.