Vlaanderen in beeld (4) 
Van Houthulst, Handzame, Kortemark en Hooglede naar Roeselare

 

Klik op de foto voor een vergroting

Monument voor het 23ste linieregiment, dat meedeed in de herovering van het Bos van Houthulst. Deze gedenksteen herinnert samen met andere gedenktekens aan het Eindoffensief in het najaar van 1918. Voor het eindoffensief werd de "Legergroep Vlaanderen" gevormd. De eerste fase was de inname van de Vlaamse heuvelkam, van 28 september tot 4 oktober. Na een hevig bombardement, in de morgen van 28 september, konden de geallieerde troepen op één dag tijd de eerste 4 Duitse stellingen veroveren. Het 'Bos van Houthulst' was vanaf midden oktober 1914 door de Duitsers bezet.

Het tweede monument tegen de kerk van Houthulst. Deze gedenksteen herinnert aan de artilleriesteun van het 1ste, 7de en 13de Artillerieregiment, o.m. bij de definitieve herovering van het Bos van Houthulst op 28 september 1918.

Het derde monument rond dezelfde kerk. De oprichting of onthulling van deze gedenksteen dateert van 11 september 1949. Ze herinnert, samen met andere gedenktekens, aan het eindoffensief in het najaar van 1918. Het bos zelf moest meerbepaald veroverd worden door de 7de Infanteriedivisie, bestaande uit het 4de, het 23ste en het 24ste Linieregiment, o.l.v. Generaal-Majoor Van Acker. Deze divisie stond bekend als een Vlaamsgezinde divisie en de “eer” om deze vesting te veroveren, werd door sommigen dan ook eerder als een “straf” beschouwd.

Op 28 september kon het 4de Linieregiment doordringen in het zuiden van het bos, het 23ste frontaal in het hart en het 24ste in het N. Even na de middag was het beruchte woud veroverd.

Houthulst, met zijn bos, werd door Duitsers bezet vanaf midden oktober 1914 tot 28 september 1918. Tijdens WOI werd het grotendeels verwoest. Het Houthulstse gemeentehuis werd door architect Viérin in 1935 in Vlaamse stijl gebouwd. De gedenkplaat herdenkt WOI in Houthulst.

 Grafsteen van soldaat Demuynck op de Belgische militaire begraafplaats van Houthulst.

Gelegen langs de Poelkapellestraat aan de Westrand van het bos van Houthulst en het militaire domein.

De Belgische militaire begraafplaats van Houthulst telt vandaag 1722 Belgische graven en 1 gedenksteen voor 1230 geïdentificeerde en 493 ongeïdentificeerde doden. Er zijn opvallend veel doden van 28 en 29 september 1918 van Klerken, Houthulst, Westrozebeke, Passendale, Langemark, Poelkapelle, Zonnebeke, Moorslede. Er zijn slechts 19 doden van 1914, 2 van 1915, 3 van 1916 en 8 van 1917. De meeste militairen maken deel uit van de infanterie, maar er zijn er ook 69 van de artillerie. Er zijn 51 officieren.

Op de begraafplaats staan ook 81 Italiaanse grafkruisen voor 74 geïdentificeerde en 7 ongeïdentificeerde doden. Er zijn verschillende eenheden vertegenwoordigd. De Italianen waren krijgsgevangenen die als werkkracht ingezet waren bij het Duitse leger.

De Italianen werden als sjouwers ingezet in de havens van Roeselare en Izegem en aanvankelijk begraven op de Duitse militaire begraafplaats van Roeselare en op de gemeentelijke begraafplaats van Izegem. Later werden ze overgebracht naar een 'geallieerde' begraafplaats.

Speelse opzet van het militaire kerkhof Bos van Houthulst.

Toegangspoort van de begraafplaats.

Ten zuiden van de begraafplaats staat deze provinciale naamsteen in een grasperkje, bij het kruispunt met de Vossedreef ter herdenking van de slag om het bos.

Deze gedenksteen, onthuld in 1946, herinnert aan het 2de en het 22ste Linieregiment. Deze regimenten namen hier deel aan het Eindoffensief in het najaar van 1918.

Een close up. Het koperen blad bevat de namen van de slagvelden waar het regiment actief was.

Deze gedenkplaat herinnert aan het feit dat het 20ste Linieregiment op 18 oktober 1918 Handzame definitief kon heroveren en als gevolg daarvan de vermelding 'Handzame' op haar vaandel kreeg. De plaat werd aangeboden door de verbroedering van het regiment.

De locatie van de plaque in Handzame.

Dit gedenkteken herinnert aan de bevrijding van Kortemark. Kortemark werd sedert midden oktober 1914 door de Duitsers bezet. Vier jaar later, op 14 oktober 1918, kon het 10de Linieregiment Kortemark omsingelen en definitief heroveren, met de hulp van het 8/18de Linieregiment en het 4de artillerie. Die dag werden ook nog Handzame, Hooglede, Roeselare en Rumbeke bevrijd.

De gedenkplaat ter herinnering aan het 10de en 8/18de linieregiment en het 4de artillerie hangt aan de hoek van het gemeentehuis/politie van Kortemark, Stationsstraat 70, vlak tegen het station.

Dorpsmonument van Hooglede. Het bevat interessante teksten en symbolen, zoals Vlaanderenkruisjes.

Tekst op het monument ter herdenking aan de Franse 77e divisie van generaal Bernard Serrigny die in oktober 1918 Hooglede heroverde.

Tijdens de oorlog werden in Hooglede verschillende Duitse begraafplaatsen aangelegd. Tot begin juni 1917 werden doden begraven ‘An der Kirche’. Vanaf eind juli 1917, toen de Derde Slag bij Ieper losbarstte, werden in Hooglede extra medische voorzieningen ingericht, wat noodzakelijkerwijze ook leidde tot meer begraafplaatsen. Zo werd het ‘Ouderlingengesticht’ van het gehucht Hooghe (langs de Hogestraat) ingericht als hospitaal. Achter dit hospitaal werd een begraafplaats aangelegd: ‘Ehrenfriedhof Hooglede West nr. 153’. Op het gehucht Sint-Jozef, langs de Delaeyestraat, werd in juli 1917 gestart met de aanleg van ‘Ehrenfriedhof Sint-Jozef nr. 154’. Vanaf begin september 1917 tenslotte werd ‘Hooglede Ost’ aangelegd, die de basis vormde voor de huidige Duitse militaire begraafplaats. Tegen het einde van de oorlog lagen er 1720 Duitsers en 6 Britten begraven. De Britse graven werden in 1924 overgebracht naar Harlebeke New British Cemetery.

Zodoende werd de begraafplaats Hooglede-Ost, 1ha 80are groot, met 8241 Duitse doden (waarvan er 384 onbekend gebleven zijn) en 16 Russische doden, de tweede grootste Duitse militaire begraafplaats in België. Andere bronnen spreken van 8247 doden, waarvan er 7960 geïdentificeerd konden worden. De meeste doden zijn tijdens de Derde Slag bij Ieper gestorven of in oktober 1918 in de regio gevallen tijdens het geallieerde Bevrijdingsoffensief. De meeste onbekende doden zijn in oktober 1918 gesneuveld. De Russen waren krijgsgevangenen die bij de arbeidsbataljons tewerkgesteld waren achter de frontlinies. Slechts op 1 grafsteen staat ‘Russe’ vermeld.

begraafplaats Hooglede-Ost met enkele in de boom vergroeide kruizen.  

Enkele oorspronkelijke Duitse graven op de begraafplaats Hooglede-Ost. Na de oorlog bleven ze bewaard in de randen van de begraafplaats.

Op de begraafplaats van Hooglede werden er in de jaren ’50 geen graven meer toegevoegd. In de periode 1957-1958 werden er verbouwingswerken uitgevoerd: o.m. het aantal toegangsbogen van de ‘Ehrenhalle’ werd ingekrompen van 15 tot 9, zodat er links en rechts van het gebouw 2 ruimtes gecreëerd werden. De oostelijke ruimte is voor de bezoeker niet toegankelijk (dienstruimte / opslagplaats). Tegen de achterwand van de centrale hal werd een kleurrijke mozaïek met christelijke symboliek aangebracht.

De westelijke ruimte wordt afgesloten met een smeedijzeren hek en bevat een praalgraf uit diabaas gesteente met een schrijn waarin de namenregisters opgeborgen zijn.

 Brits herdenkkruisje voor een van de granieten kruizen op de begraafplaats

De houten kruisjes bleken niet zo duurzaam en werden vervangen door koperen naamplaatjes, die op houten blokken waren bevestigd. Her en der op de begraafplaats werden groepen kruisjes uit basaltlava geplaatst. Aan het begin van de jaren ’70 werden de koperen plaatjes vervangen door granieten tegels, waarop telkens de naam, militaire rang, sterfdatum en grafnummer van 2 militairen vermeld staan. In de nacht van 14 op 15 november 1984 werd de bronzen ingangspoort gestolen. In mei 1989 kregen alle grafstenen een weersbestendige laag en werden de cijfers en letters wit geschilderd.

De oude stedelijke begraafplaats is een begraafplaats in het centrum van de Belgische stad Roeselare. Kenmerkend zijn de rechtlijnige dreven en wegen. Als gevolg van de rijke beplanting krijgt de oude stedelijke begraafplaats ook vaak de benaming park. Eén van de dreven is genoemd naar de Franse soldaat Ferdinand le Hétet die als held sneuvelde op 19 oktober 1914.

 

Het Belgisch Militair Kerkhof telt 1723 Belgische graf- en gedenktekens, waarvan 1230 geïdentificeerd en 493 ongeïdentificeerd. De meeste soldaten doorgaans van de infanterie zijn gesneuveld bij het eindoffensief van 28 en 29 september 1918, waarbij het Bos van Houthulst op de Duitse soldaten heroverd werd.

 

-V-

Terug naar top