SCHETS
Het Vlaamse front bestond grofweg uit twee delen. Vanaf Diksmuide ging het
Belgische front over in het Frans/Britse; De vreemde vorm van de frontlijn,
een verstevigde ring van loopgraven en bunkers om de Vlaamse stad, leidde tot
de naam De Ieper-saillant.
De saillant heeft tegenwoordig een sterk Brits karakter, maar er vochten veel
nationaliteiten aan geallieerde zijde; ook vrijwel alle koloniale troepen waarover
Engeland kon beschikken hebben in de saillant hun bloedige rol gespeeld.
Vanwege de ligging dicht bij het
kanaal is de saillant een bekend en goed verzorgde toeristische streek.
|
De
beruchte saillant om het stadje Ieper, zoals die er in 1915 uitzag..
|
TOEN
Het Britse leger was in 1914 het kanaal over gestoken naar Boulogne om de
Fransen,conform de verdragen tussen beide landen, te ondersteunen.
Na een bewegingsoorlog door geheel noord-Frankrijk in augustus en september
1914, waarbij de Fransen en Britten belangrijke achterhoedegevechten hielden
en zo de Duitse legers vertraagden, werd aan de Marne door een Duitse blunder
en een Frans genie de val dichtgeslagen.
|
Het monument Notre Dame de la Marne in Barcy ter nagedachtenis aan de 1e slag
aan de Marne
|
Deze eerste overwinning aan de
Marne is vooral bekend geworden door het improvisatietalent van de Franse
Gouverneur Galliéni, die beroemd werd door alle taxi´s van Parijs te
mobiliseren om de gaten in het front te dichten.
|
Militair Gouverneur van Parijs, Generaal. Galliéni
Vervolgens
ontstond de race naar de zee, waar bij Britten en Duitsers trachtten als
eerste de kust met zijn belangrijke havens te bereiken.
Eind 1914 stokte het front; de Belgen groeven zich in achter de haastig onder
water gezette polders aan de IJzer en de Fransen en Britten hielden stand in
en rond de charmante vestingstad Ieper, die nog even in Duitse handen was.
De saillant zou ruim 3 jaar lang een hel zijn voor vriend en vijand.
Verschillende grote veldslagen zijn in bloed opgetekend.
De historie verdeelt de veldslagen in vier parten. De beroemdste: de 2e slag
om Ieper, toen voor het eerst gifgassen werden ingezet. De beruchtste: De 3e
slag om Ieper, beter bekend als de modderige hel van Passchendaele.
|
Koning Albert van België aan de IJzer
|
NU
Het saaie polderlandschap verandert na Diksmuide, waar het terrein langzaam
heuvelachtig wordt en het groen de overhand krijgt.
Hier ook vallen direct de groene bordjes op van de Commonwealth wargraves
commission die verwijzen naar tientallen begraafplaatsen. Al gauw vindt men
ze op elke straathoek, soms zes, acht of meer tegelijk.
Dan volgen meer aanwijzingen; slagvelden, heuvels, musea, wandelroutes, -
Ieper en omgeving bruisen van gedoseerd oorlogsverleden.
|
Verwijzingen
naar begraafplaatsen en memorials ten zuiden van Ieper
De
streek is besprenkeld met dorpjes die beruchte namen hebben: Zonnebeke,
Passchenendaele, St. Juliaan, Potijze. Elk dorp heeft een plekje in de Britse
geschiedenis; het aantal Britten wat een paar dagen het kanaal oversteekt om
de slagvelden te bekijken is opmerkelijk.
Ieper is en blijft dan ook sterk Brits getint, niet in de laatste plaats door
de dagelijkse ceremonie onder de Menenpoort. Hier en op de begraafplaats Tyne
Cott een paar kilometer naar het oosten zijn 120.000 namen gegraveerd van
soldaten die niet zijn teruggevonden.
Maar ook de Fransen, Australiërs en Canadezen hebben hun bloedige sporen in
dit gebied verdiend; zij waren het die oa. de Kemmelberg, St.Juliaan en
Passchendaele op hun vaandels mochten noteren.
|
bord in
Wallemolen
|
-V-
Terug naar top
|