De Chemin des Dames in beeld (12)
|
Klik op de foto voor een vergroting |
|||||||||
564 Britten rusten op
de La
Ville-aux-Bois British Cemetery, gelegen aan de drukke D1044 ten oosten van
het dorpje. Maar liefst 413 ervan konden niet geidentificeerd worden. |
|||||||||
152 stenen zijn op La
Ville-aux-Bois British Cemetery te vinden. |
|||||||||
Beelden van La
Ville-aux-Bois British Cemetery, waar veel van de gesneuvelde Devonshires
werden begraven na hun offer op de hoogten van het dorp. Een monument gedenkt
18 niet meer gevonden Britten die op verschillende begraafplaatsen waren
begraven. |
|||||||||
Ten noorden van Berry
au Bac, op een drukke rotonde die de D925 en D1044 verbindt, staat het
kruisbeeld dat de bloedige gevechten van 1917 om de Ferme du cholera en
korporaal Raymond Motte (hier verdwenen in september 1914) herdenkt. De
Fransen poogden noordoostwaarts op te trekken maar slaagden niet in hun
opzet. De tekst op de
plaques luidt: |
|||||||||
Hedentendage kijkt
het Christusbeeld uit over de drukke en lawaaiige rotonde. |
Aan de overzijde van
de D1044 staat het overbekende monument des Chars, dat op 2 juli 1922 werd
onthuld. Een afbeelding van Generaal Estienne, die de grondlegger voor de
Franse tanklegers was, siert voor het monument. |
||||||||
De maarschalken Foch en Pétain, en
de generaals Mangin, Weygand en général
Estienne waren allen aanwezig tijdens de onthulling in 1922. |
|||||||||
Op 16 april 1917 tijdens
het Nivelle-offensief, zetten de Fransen hier voor het eerst tanks in tijdens
de aanvallen op Juvincourt. |
|||||||||
Een AMX-13, waar
Nederland in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw ook
gebruik van maakte, siert het monument. |
|||||||||
Nécropole Nationale de
Berry au Bac is de rustplaats voor 2014 Fransen in graven, 1958 Fransen in
het ossuaire, 31 Britten, 6 Russen en 1 Belg. De begraafplaats werd na de
oorlog aangelegd om alle lokale graven te centraliseren. Zo werden Franse
gesneuvelden overgebracht van Ferme de Moscou,
Carrefour du Choléra, Centre de Tarbes, Berry-au-Bac, Guignicourt,
Gernicourt, Presles-Thierny, La-Ville-aux-Bois-Lès-Pontavert,
Festieux, Coucy-lès-Eppes, Corbeny, Crépy-en-Laonnois en Veslud. |
|||||||||
De tekst op het
ossuaire is vrijwel niet meer leesbaar. |
|||||||||
Het in 1814
opgerichte 2e
régiment du génie wordt met een klein monument op Nécropole Nationale
de Berry au Bac herdacht. De genie was van cruciaal belang tijdens de
gevechten om de heuveltoppen in de streek, zoals de beruchte Côte 108. |
De Chapelle Saint
Rigobert, tussen Berry au Bac en Gernicourt, was tijdens de oorlogsjaren een
schuilplaats, verbandpost en een verzamelpunt in de Franse linie. Niets
herinnert nog aan haar woelige verleden. |
||||||||
Iets ten Zuidoosten
van Berry au Bac liep de frontlijn langs het Canal de l’Aisne. Vanuit Cormicy
liep de weg naar het noordoosten en bij het dorpje Sapigneul lag de brug naar
Condé sur Suippe. Het dorp werd tijdens de oorlog geheel weggevaagd. Bij de
twee pilons van de voormalig brug aan het kanaal vertelt een informatiebord
de geschiedenis. |
|||||||||
200 meter van het
kanaal staat dit monument voor het dorp. Ten onrechte wordt verondersteld dat
dit een ruïne is. Van de burgemeester van Cormicy kreeg ik de verzekering dat
het bouwsel van na de oorlog is; zijn grootvader had er aan gewerkt. De inwoners van
Sapigneul besloten het dorp na de oorlog niet meer op te bouwen. Het is een
stille getuige van de bloedige gevechten die hier plaatsvonden. |
|||||||||
14 431 Franse
soldaten, waarvan 6945 in ossuairs, rusten op Nécropole Nationale la Maison
Bleue, gelegen aan de D32 ten oosten van het dorp. Al tijdens de
gevechten van 1917 werd de begraafplaats aangelegd. |
|||||||||
Monument voor de 69me
Division d'infanterie aan de oostelijke ingang van Cormicy. Rechts staat een
informatiebord wat de dood van generaal Rousseau beschrijft. |
|||||||||
Het opschrift luidt: À la mémoire |
Het graf van Rousseau
op de plaatselijke begraafplaats. Hij raakte dodelijk gewond tijdens het
organiseren van de verdediging tegen de oprukkende Duitse troepen in
september 1914. |
||||||||
Rousseau wordt ook
met een straatnaam herinnerd. |
|||||||||
Het graf van Jean
Casimir Danysz
op de begraafplaats van Cormicy. Danysz was de naaste collega van de
wereldberoemde wetenschappers Pierre en Marie Currie. Hij sneuvelde tijdens
de aanvallen op de brug van het dorp Sapigneul als luitenant van het 28me RI. |
|||||||||
Het
identificatieplaatje van Alfred Georges werd onlangs (oktober 2015) gevonden
op de hellingen van de mont Espin, vlakbij Cormicy. Een lokale expert doet
onderzoek. |
|||||||||
Kleine Franse plot op
de cimetière van Cormicy. |
|||||||||
Individuele graven en
plaques voor Franse soldaten op de cimetière van Cormicy. |
|||||||||
een gedenksteen voor
het 119me en 319me RI en het 20me RIT. |
Het gedenkteken staat
aan de D944 in de buurt van de Franse begraafplaats de la Maison Bleue. |
||||||||
Een plaque aan de
voet is een Belgisch eerbetoon aan het 119me RI dat bij Charleroi vocht op 22
augustus 1914. |
|||||||||
Cimetière de Cauroy. |
|||||||||
Eenzaam soldatengraf
op de cimetière de Cauroy; De commandant van het 363me RI sneuvelde op 19 april
1917. |
Tussen 14 en 25
september 1914 verliest het 5me RI maar liefst drie kolonels: Ardemelle,
Doury en Bouteloupt. Op de cimetière van Cauroy liggen ze in 1 graf begraven.
Op elk van de zijden van het grafmonument is een van de kolonels vermeld. |
||||||||
Het opmerkelijke
drama, verwoord op de voet van het grafmonument. |
|||||||||
Bijna 250 Britten en
106 graven bevat Hermonville Military Cemetery, aan de noordkant van het
gelijknamige dorp. |
|||||||||
Bijna alle graven
zijn gedateerd mei en juni 1918 en de gesneuvelden behoorden tot de Britse 2de
divisie, die door de Duitse aanvallen in deze regio werd verrast. |
|||||||||
Passend afscheid van
de vreselijke slagvelden van de Chemin des Dames en de Aisne: de kathedraal
van Reims. |
|||||||||
|
|||||||||
-V- |