|
SCHETS
Vanaf Arras loopt de D939 kaarsrecht naar Cambrai, een afstand van slechts 32
km over licht heuvelachtig landbouwterrein.
Vanaf Bapaume loopt de N30 even recht naar Cambrai door eenzelfde landschap.
Beide lijnen op de kaart volgden de Britten na 1916 naar het oosten.
Vanuit Cambrai zuidwaarts langs de voormalige Hindenburglinie is een rit over
glooiende wegen en langs identieke Franse dorpjes en gehuchten.
De TGV-sporen en de Franse Autoroutes kruisen de oude slagvelden op diverse
plaatsen en vormen hier en daar sterke contrasten met de
begraafplaatsen.
Dit
is het landschap van de Hindenburglinie; de imposante en zwaar gefortificeerde
verdedigingsgordel die ondoordringbaar heette te zijn. Toen de linie in de
zomer van 1918 tenslotte werd geslecht (na pogingen in april en november
1917) kwam het front niet meer tot stilstand tot in november de
wapenstilstand werd getekend.
|
De vier slagvelden waarop de fotopagina’s gebaseerd zijn.
|
TOEN
De laatste oorlogsjaren trok Duitsland zich terug vanuit het Somme-gebied op
de zwaar versterkte Hindenburglinie en achtervolgden de geallieerden
hen.
In maart 1918 sloegen de Duitsers een grote bres richting Amiens in een
poging de oorlog voor de komst van de Amerikanen te beslissen. Dit was de
laatste serieuze Duitse krachtsinspanning die bijna de oorlog anders
besliste.
Het kostte de geallieerden vervolgens opnieuw maanden om het verloren terrein
te herwinnen en een bres te slaan door de Hindenburglinie
vol fortificaties en blockhäuser.
|
Gedenkteken
tussen Arras en Cambrai t.g.v. het doorbreken van de Hindenburglinie tijdens
de tankslag van november 1917
Het
gebied tussen Arras en Péronne in het westen en Cambrai en St. Quentin meer
oostwaarts is zwaar bevochten en onder meer interessant omdat hier voor
het eerst op grote schaal gebruik is gemaakt van tanks.
In november 1917 vond een verrassingsaanval plaats met bijna 500 tanks die zo
succesvol was, dat de Britten vergaten door te breken. De tank Deborah,
opgegraven en nu tentoongesteld in Flesquieres, is een blijvende herinnering.
In 1918 namen de Canadese stoottroepen van generaal Currie de handschoen op
en verpletterden in de laatste 100 dagen van de oorlog alle
verdedigingslijnen waaruit de Hindenburglinie bestond, om op 11 november te
stoppen in Mons, de plek waar de Britten in augustus 1914 voor het eerst op
de Duitsers waren gestuit.
|
Britse
tanks ten zuiden van Cambrai
|
NU
De witgroene Britse begraafplaatsen liggen geconcentreerd ten oosten van
Arras en worden allengs minder in aantal naarmate Cambrai gepasseerd
wordt.
Na Cambrai is door de bewegingsoorlog in de zomer en herfst van 1918 vrij
weinig meer te vinden; de graven dateren van de laatste oorlogsmaanden en
vaak nog van na de wapenstilstand.
In Le Cateau komen de Britse graven van augustus 1914 en november 1918 bij
elkaar.
|
Poppy´s
in de velden ten oosten van Cambrai
Zuidwaarts
richting St. Quentin zijn schaarse overblijfselen van de Hindenburglinie
terug te vinden, en is het St. Quentin-kanaal een bekend oriëntatiepunt.
Hier vochten in 1918 de Amerikanen zich tenslotte een weg door de linie met
de hulp van de ervaren Australiërs; hun kortstondige bijdrage aan de
gevechten is in monumenten en een grote begraafplaats terug te zien en betekende
het begin van het einde van de oorlog..
|
Amerikaanse
Onafhankelijkheidsdag gecombineerd met de wereldoorlog..
|
-V-
Terug naar top
|