Cambrai-St. Quentin in beeld (5)
Van Flesquières naar Bois de Bourlon
De tankslag 1917 en de laatste honderd dagen

 

Klik op de foto voor een vergroting

In november 1993 werd door de Fransman Philippe Gorcynski de Mark IV tank D51 Deborah teruggevonden, een van de tanks die meedeed aan de tankslag bij Cambrai. Achter de deuren van deze loods werd ze tentoongesteld.

Het busje van de familie Douglas bevat een exacte, rijdende replica van Deborah. Ze waren samen ten tijde van ons bezoek als vrijwilliger aan het werk bij Philippe Gorcynski.

De slag om Cambrai bracht uiteindelijk weinig terreinwinst nadat de Duitsers zich hadden hersteld van de eerste verrassing. De Britten verloren 44.000 man tegen de Duitsers 41.000 man. Ook de winst in geschut en krijgsgevangenen bleef in balans. Voor de aan de rechterkant zwaar beschadigde tank staan de portretten van de vijf gesneuvelde Britten. De tank stond onder het commando van luitenant Heap, die de aanval overleefde en gedecoreerd werd.

Close-up van Deborah, waarbij stukken loopvlak nog duidelijk te zien zijn.

Blik in de grote schuur waar de tank is tentoongesteld; een bonte verzameling kanonnen, voertuigen, granaten en ander oorlogsmateriaal. Door de deur links is het kleine museum te vinden.

Het tankmonument van Flesquières, ligt ten zuiden van het dorp, richting Ribécourt langs de D89. Het herdenkt de tankslag van november en december 1917.

Het monument is feitelijk een Britse vlag, waarvan het middendeel de betonnen sporen van een tank zijn. Vanaf het monument is het uitzicht over de vallei waar de tanks vandaan kwamen fraai.

De informatieve zuil bij het monument lijkt nog het meest op een stripverhaal, maar is helder en beeldend in haar uitleg.

Op de muren van het monument bevinden zich de eenheden die zouden hebben gevochten in de regio.

Ribécourt Railway Cemetery aan de D29 van Ribécourt naar Marcoing bevat 53 graven, hoofdzakelijk uit 1917.

Treffend kerkvenster in Marcoing, langs de opmarsroute van de tanks in 1917.

De waterbron bij Marcoing heeft als opschrift JR.31 1917 en werd vermoedelijk als bron door de Duitsers gebruikt.

Duitse munitieopslagplaatsen langs de weg in Noyelles-sur-Escaut

Een van de vier Kariboes die de slagvelden van de Newfoundlanders herdenken, ontworpen door Basil Gotto. De Newfoundlanders hielden een bruggenhoofd over het Canal de St. Quentin tijdens de tankaanval op de Hindenburglinie, november 1917. Op 30 november sloegen de Duitsers terug. Na een etmaal moest de eenheid terugtrekken.

De prachtige kop van de kariboe tussen Masnières en Rumilly, langs de N44 richting Cambrai.

Kransen ter herdenking.

Masnières, het plaatselijk monument bij de plek waar de New Foundlanders en Canadezen het Canal de St. Quentin over probeerden te steken met tanks.

Het prachtige monument is vervallen en stond in 2013 op instorten.

Het Canadese monument aan het Canal de St. Quentin in Mesnières. Het gedenkt onder meer de cavalerie-charge op 20 november 1917, een klassieke uitval die luitenant Strachan het VC opleverde,

Het verhaal van de VC. Links het kanaal, in de verte de brug over het Canal de St. Quentin.

Langs de weg van Mesnières naar les Rues des Vignes staat dit monument voor luitenant Hostetter, een Brits piloot die bij een aanval op een waarnemingsballon werd neergeschoten door de Duitse ace von Greim, sneuvelde en neerstortte langs het Canal de st. Quentin.

De tekst luidt:

Een verbrijzeld informatiebord vertelt het verhaal van de Amerikaanse piloot in Britse dienst. Hostetters ouders waren vermogend en hielpen financieel mee bij het realiseren van het monument.

De goed onderhouden site van het monument.

Een sprong naar het dorpje Bourlon, aan de rand van het Bois de Bourlon. Daar staat een prachtig klein monumentje met een tank erop.

Close-up van het model op het monumentje aan de Rue de Marais, Bourlon.

De Britse eenheden veroverden daadwerkelijk delen van het Bois de Bourlon, voordat de Duitsers op 30 november hard terugsloegen en de Britten op de flanken aanvielen.

 

-V-

Terug naar top