Cambrai-St. Quentin in beeld (4) |
Klik op de foto voor een vergroting |
|||||||||
Het gemeentehuis van Bapaume, aan de oostkant van de Somme slagvelden en het startpunt voor de 100 laatste dagen van de Grote Oorlog. |
|||||||||
Bapaume, aan de kaarsrechte weg naar Albert, was het gedroomde doel van het Somme offensief van 1916. De geallieerden kwamen niet verder dan een paar kilometer voor het stadje. Pas toen de Duitsers zich in 1917 terugtrokken op de Hindenburglinie (operatie Alberich, wat gepaard ging met schokkende vernielingen aan alles wat bruikbaar leek) trokken de Australiërs in maart 1917 het stadje binnen, voorzichtig vanwege de vele booby traps. In de nacht van 25 op 26 maart ontplofte een bom met tijdklok waarbij dertig doden vielen. Onder hen de politici Briquet en Tailliandier, op bezoek in de bevrijde stad. Links de twee politici, rechts een plaque die herinnert aan de 19 Australiers die het leven lieten. |
|||||||||
2449 Duitsers liggen begraven in Villers au Flos, wat vanaf oktober 1914 Duits bezit werd. |
|||||||||
Een eenvoudige gedenksteen vlak bij de ingang. |
|||||||||
Achter op de begraafplaats staat een fraai kolom met opschriften: “Wir neigen das Haupt vor unseren TotenDie furchtlos und treu ihr Leben boten. Was sterblich war brachten wir hier zur Ruh, Ihr Geist zog befreit der Heimat zu” En: |
|||||||||
In het dorp Le Transloy, ten zuiden van Bapaume langs de D917, wijst een bord naar de net buiten het dorp gelegen burgerbegraafplaats met de vermelding 'Monument aux 800 Morts du 28 Août 1914.' Aan de voorkant van deze begraafplaats staan verschillende monumenten waaronder een muur met de namen van 792 Franse soldaten. Deze muur voor het massagraf dateert uit 1927. De kolom die er voor staat werd al in 1921 opgericht. |
De herdachte soldaten zijn eveneens slachtoffers van de gevechten op 28 augustus 1914. Liggen in Moislains de gesneuvelden van de 124ste brigade, in Le Transloy die van de 123ste brigade van de 62ste divisie. Bijna 700 van hen dienden in het 338ste regiment. . |
||||||||
De 61ste en 62ste Franse divisies, reserve-eenheden, werden hier door een goed voorbereid Duits leger verrast en in de pan gehakt. Het werd algemeen bekend als de eerste slag aan de Somme. |
|||||||||
Langs een muur van de begraafplaats staat een stellage met persoonlijke gedenktekens voor een aantal omgekomen militairen. Een paar grotere staan er naast zoals voor de soldaat tweede klasse Elie Pasquet, geboren in 1884, en de tweede luitenant Charles Merzaux, geboren in 1887. Beiden behoorden tot het 338ste regiment. |
|||||||||
Enkele gedenktegels in de stellage die de smadelijke nederlaag en de dood van geliefden herdenken. |
|||||||||
Havrincourt, destijds slagveld, nu een gehucht tussen de Autoroutes |
Havrincourt, monument voor de LXII West Riding division die in november 1917 een geslaagde aanval vanuit Havrincourt uitvoerde. |
||||||||
Langs de D930 bij het
nietige Louverval staat een imposant Brits gedenkteken: Het Cambrai Memorial.
Het gedenkt ruim 7000 gesneuvelden die nooit zijn teruggevonden. Het heeft
het drama en de triestheid van Ieper, maar is vrij onbekend. De Britten en
Zuid-Afrikanen die in november en december 1917 met 500 tanks de Hindenburg
linie doorbraken zorgden toch nog voor een overwinning, zij het beperkt en
wat te voorbarig gevierd. |
|||||||||
De gedenktekst in het monument in het Frans. |
In de wanden zijn de prachtige reliëfs aangebracht die het strijdtoneel schetsen. Hier een loopgraaf met “over the top” gaande soldaten en een makker met een periscoop.
|
||||||||
De indrukwekkende galerij met de duizenden namen gegraveerd. De stone of Remembrance staat midden in de galerij. |
|||||||||
De grafsteen van dominee Shovel- het soort grafsteen wat je niet vaak ziet. |
Nog een blik op de galerij in het monument. |
||||||||
Het aantal leden van het tank corps is vanzelfsprekend vrij groot. |
|||||||||
Beaumetz-les-Cambrai Cemetery, langs de weg Bapaume-Cambrai, een belangrijke opmarsroute van de Commonwealth-troepen. Het was oorspronkelijk een Duitse begraafplaats. |
|||||||||
Metz en CoutreBritish Cemetery No.2. 500 graven beslaan de periode april 1917 tot eind 1918. Dit monumentje gedenkt verloren gegane graven. |
|||||||||
Het graf van kapitein Tatham Paton VC. De tektst bij de medaille luidde: :-" For most conspicuous bravery and self-sacrifice. When a unit on his left was driven back, thus leaving, his flank in the air and his company practically surrounded, he fearlessly exposed himself to re-adjust the line, walking up and down within fifty yards of the enemy under a withering fire. He personally removed several wounded men, and was the last to leave the village. Later, he again re-adjusted the line, exposing himself regardless of all danger the whole time, and when the enemy four times counter-attacked he sprang each time upon the parapet, deliberately risking his life, and being eventually mortally wounded, in order to stimulate his command. After the enemy had broken through on his left, he again mounted the parapet, and with a few men, who were inspired by his great example, forced them once more to withdraw, thereby undoubtedly saving the left flank." |
42nd Division Memorial op de grens van het dorpje Trescault, lijkt in iemands tuin te staan. |
||||||||
De tekst op het monument luidt: 'In memory of all ranks of the 42nd East Lancashire Territorial Division who gave their lives for King and Country during the Great War and in commemoration of the attack and capture of the Hindenburg line at Trescault by the Division on September 28th 1918'. |
|||||||||
Flesquieres lag midden in de route van de 500 tanks die november 1917 door de Hindenburglinie braken. Het gemeentehuis met het dorpsmonument. |
|||||||||
|
|||||||||
-V- |