Cambrai in beeld 21

Van Busigny via Maretz en Prémont naar Bohain.

 

Klik op de foto voor een vergroting

De entree van Busigny Communal Cemetery Extension.

Stone of remembrance van Busigny Communal Cemetery Extension.

Busigny Communal Cemetery Extension. Busigny werd op 9 oktober 1918 tijdens de Slag om Cambrai veroverd door de 30e Amerikaanse Divisie en de Britse cavalerie, en in de loop van de volgende twee maanden kwamen achtereenvolgens de 48e, 37e en 12e Casualty Clearing Stations naar het dorp.

Drie Brite graven op Busigny Communal Cemetery Extension.
Het merendeel van de begrafenissen vond plaats vanuit deze drie ziekenhuizen. Met de uitbreiding van de begraafplaats werd begonnen in oktober 1918 en werd gebruikt tot februari 1919. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats vergroot toen graven werden overgebracht naar percelen II-VII uit een groot gebied tussen Cambrai en Guise. De volgende begraafplaatsen waren erin geconcentreerd: - ANDIGNY-LES-FERMES BRITISH CEMETERY, VAUX-ANDIGNY, aan de noordkant van het gehucht Andigny-les-Fermes. Deze plaats werd op 17 oktober 1918 ingenomen door de 46th (North Midland) Division en het 1st Loyal North Lancashire Regiment, en op de begraafplaats lagen de graven van 16 soldaten van laatstgenoemde eenheid. BUSIGNY CHURCHYARD, waaruit in 1927 het graf van een soldaat uit het Verenigd Koninkrijk werd verwijderd tot VIII. B 56. BUSIGNY COMMUNAL CEMETERY, met de graven van 13 soldaten uit het Verenigd Koninkrijk en acht uit Australië, allen artilleristen, die in oktober 1918 zijn gesneuveld. ESNES CHURCHYARD, met de graven van één soldaat uit het Verenigd Koninkrijk en drie uit Nieuw-Zeeland die in oktober 1918 viel. MAGNY LA FOSSE CHURCHYARD, waar de graven lagen van 19 soldaten uit het Verenigd Koninkrijk die in oktober en november 1918 vielen. MARETZ BRITISH CEMETERY, aan de zuidwestelijke kant van het dorp Maretz, gemaakt door de 1st/8th Worcesters op 11 oktober 1918, bevatte de graven van 16 soldaten uit het Verenigd Koninkrijk. MOLAIN CHURCHYARD, met de graven van drie soldaten uit het Verenigd Koninkrijk die in oktober en november 1918 zijn gesneuveld. MONTRECOURT CHURCHYARD, met de graven van twee artilleristen uit het Verenigd Koninkrijk die in oktober 1918 zijn gesneuveld. RIQUERVAL BRITISH CEMETERY, BOHAIN- EN-VERMANDOIS, in het bos van Riquerval, vlakbij de weg Bohain-Regnicourt. Op deze begraafplaats lagen de graven van 35 soldaten uit Groot-Brittannië (bijna alle leden van de 46th Division) die op 17 oktober 1918 sneuvelden. ROCQ CHURCHYARD, waar het graf lag van een soldaat van het Notts & Derby Regiment die in oktober 1918 sneuvelde.

Op de uitbreiding van de gemeentelijke begraafplaats van Busigny zijn 670 graven uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan 64 niet-geïdentificeerd. De uitbreiding is ontworpen door Charles Holden. Opvallende bruinstenen graven op Busigny Communal Cemetery Extension.

Fraaie overview op Busigny Communal Cemetery Extension.

In de église Saint-Martin in Maretz is een fraai glas in loodvenster of vitrail patriotique te vinden. In een wat groteske omgeving vol oorlog en branden verschijnt Jezus aan een stervende poilu.

Typisch graf voor een cemetery waar een verbandplaats in de buurt lagvoor drie Britse militairen op Busigny Communal Cemetery Extension.

Het venster In de église Saint-Martin in Maretz is opgedragen aan André Eugène Antoine Landouzy en Louis Lohier.
 

De église Saint-Martin in Maretz. In 1712 werd de kerk in brand gestoken door een troep uitzinnige soldaten.
Dankzij de verzoeken van Fénelon, destijds bisschop van Cambrai, verleende de koning het dorp een belastingvrijstelling waardoor de kerk vanaf 1715 kon worden herbouwd. De kerk werd verwoest in 1793 en in 1839 herbouwd, maar in 1918 door de Duitsers vernield en vervolgens opnieuw opgebouwd in 1932.
 

Detail van het venster met de stervende poilu en moeder Maria.

Interieur van de église Saint-Martin in Maretz.

Naamsteen van Prémont British Cemetery, langs deD960 naar Bohain.  

Het dorp Premont werd op 8 oktober 1918 veroverd door de 30e Amerikaanse Divisie. Premont British Cemetery werd aangelegd en gebruikt door vier Casualty Clearing Stations (de 20e, 50e, 55e en 61e), die in oktober 1918 naar Bohain kwamen, en werd gesloten in de daaropvolgende december. Enkele jaren later werden er 165 graven toegevoegd van de volgende locaties:
BOHAIN STATION MILITAIRE BEGRAAFPLAATS, gelegen aan de westkant van het kruispunt direct ten westen van het treinstation van Bohain. Het werd gemaakt door de Duitse strijdkrachten, maar in oktober 1918 werd er door de 11e Essex en andere Britse eenheden een ereveld van 47 graven toegevoegd. Het bevatte in totaal 806 Duitse graven, 155 Britse, 14 Russische, 12 Franse, één Italiaanse en één Roemeense.
SEBONCOURT COMMUNAL CEMETERY, waar de graven lagen van zes soldaten uit het Verenigd Koninkrijk die in januari, maart en april 1918 door Duitse troepen waren begraven.
Vier van een locatie in de buurt van Honnechy.
 
 

Op deze begraafplaats zijn de graven van 536 Gemenebest-slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan er acht niet-geïdentificeerd zijn. Er liggen hier ook 36 Duitse slachtoffers begraven, waarvan er twee niet zijn geïdentificeerd.
 
De begraafplaats is ontworpen door Charles Holden.

Prémont British Cemetery.

Drie Canadese graven op Prémont British Cemetery.
Onder hen een majoor en een luitenant colonel.

3 van de 36 Duitse graven op Prémont British Cemetery.

Het graf van een hindoe soldaat op Prémont British Cemetery.

Graf van Joseph Lefevre, die door de Duitse bezetter werd gefusilleerd in 1914.

Gezicht van Joseph Lefevre op een monument in een park te Bohain.

de hindoe-grafsteen in detail. Het betreft Ram Bilas, waarover geen nadere info te vinden is.

Het monument in Bohain voor Joseph Lefevre. Deze duivenmelker viel onder Duitse kogels omdat hij zijn duiven niet wilde doden (!)

Ingang van de cimetière communal de Bohain.

Monument aux Morts op de cimetière communal de Bohain, met op de achtergrond het Carré de corps restitués, plaatselijk bekend als "Jardin des Braves" .
 

Frans graf van Carpentier, die diende in het 332e R.I. op de cimetière communal de Bohain.

 

-V-

Terug naar top