Antwerpen, Gent en de Hollandstellung

 


SCHETS

Antwerpen: Sommige gebeurtenissen verdwijnen te zijnertijd onterecht in de laden van de geschiedenis. De slag om Antwerpen hoort daar bij. De slagen rond de Somme en Verdun blijven in ons collectieve geheugen hangen. Zowel Duitsland als Engeland besefte destijds te laat dat juist Antwerpen veel potentie bezat als gevaarlijke gefortificeerde stad, en als belangrijke haven voor zowel Britse als Duitse Marineschepen. Tegenwoordig is Antwerpen de parel in de Belgische handelskroon, een geducht concurrent van Rotterdam en, niet te vergeten, een dankbaar uitgaanscentrum voor Belg en Nederlander.

Gent bleef dit lot bespaard. De hoofdstad van Vlaanderen kreeg een hoofdrol in de germanisering van Vlaanderen, kende vele oorlogsslachtoffers en ook hier was sprake van oorlogsschade.

 

De Hollandstellung is een Duitse verdedigingsstelling uit de Eerste Wereldoorlog, die langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene werd aangelegd. Reden voor de aanleg van deze linie was de vrees van de Duitse legerleiding dat de geallieerden zouden aanvallen vanuit het neutrale Nederland. In Vrasene sloot de Hollandstellung aan op de Stellung Antwerpen, waarop op zijn beurt aan oostelijke zijde de Turnhout-Kanalstellung aansloot.


Blik op Antwerpen 1914 en de dubbele ring forten en schansen om de stad.

TOEN

Antwerpen: De havenstad aan de Schelde gold in augustus, september en oktober 1914 als een zwaar gefortificeerde kiezel in de schoen van het oppermachtige Duitse leger, dat langs Antwerpen optrok richting Parijs. De onomstreden geallieerde victorie aan de Marne begin september werd mede behaald door de hardnekkige weerstand van de vestingen Antwerpen en Maubeuge in Noord-Frankrijk. Zo’n 150.000 Belgische en (vanaf oktober) Britse troepen hielden de stad, totdat de zware artilleriebeschietingen (zoals die op Luik) en Zeppelin-aanvallen Antwerpen tot een kerkhof dreigden te bombarderen. Tussentijds deden de Belgen twee heldhaftige en bloedige uitvallen in de flank van het Duitse leger. 10 oktober gaf het machtige Antwerpen, met haar dubbele fortenring een obstakel van formaat, zich over. Maar niet nadat het veldleger via de achterdeur naar het zuidwesten was teruggetrokken, naar de relatieve veiligheid van de rivier de IJzer. Franse versterkingen kwamen te laat om Antwerpen nog bij te staan. Tienduizenden vluchtelingen meldden zich aan de Nederlandse grens.

Gent was een belangrijke garnizoensstad voor het Vierde Duitse leger, dat slag leverde aan de IJzer.  Bijna alle grote gebouwen werden door de Duitsers geconfisqueerd. Zware wapens passeerden langs de vele stations, jonge rekruten kregen een training in één van de vele kazernes, talloze gewonden herstelden in de lazaretten. De hoogste Duitse officieren, inclusief de keizer, bezochten de stad.  Duitse frontsoldaten vonden even rust in Gent, met zijn talloze herbergen en cinema’s. In de straatjes rond de Veldstraat en de Kouter, maar ook vlakbij het vroegere Zuidstation, was een enorme georganiseerde prostitutie. Vliegvelden werden in snel tempo aangelegd in sommige dorpen vlakbij Gent.  Zeppelins en Gotha-bommenwerpers stegen er op om toen al Engeland aan te vallen. Tot november 1918 bleef de Feldgrau van het Duitse leger alom aanwezig in de Arteveldestad.

 

De Hollandstellung: Vanaf de lente van 1916 ontstond van Duitse kant effectief de vrees dat er wel eens een geallieerde landing zou kunnen plaatsvinden vanuit het neutrale (en niet aan de oorlog deelnemende) Nederland. Hierdoor zouden mogelijks de Duitse luchtmachtbasissen en vooral het Duitse Westfront langs de achterkant aangevallen kunnen worden. Omdat het Duitse offensief aan de IJzer was uitgedraaid op een stellingenoorlog, werd van Duitse kant het verdedigingsstelsel verder uitgebouwd.



Het oorlogsmonument in het stadspark van Antwerpen. Koning Albert 1 overziet het toneel van strijd en verdriet.

NU

 

Wie tegenwoordig over de ring van Antwerpen naar het zuiden rijdt merkt nauwelijks dat nog maar honderd jaar geleden een veel machtiger ring Antwerpen van de Scheldemond afsloot. Forten, schansen en lunetten liggen nu verscholen in het groen, verstopt in de naoorlogse stadswijken, ingepakt in industriegebieden langs de Schelde. De buitenste ring kwam in het noorden tot de Nederlandse grens, in het zuiden tot bijna in Mechelen, in het westen tot voorbij Beveren. Antwerpen anno nu is uit zijn jasje gegroeid, de haven is tot het Nederlandse Ossendrecht uitgesmeerd, het knooppunt aan snelwegen is vaak overbelast. In de weekends is de fraai herbouwde binnenstad een gezellig, bedrijvig kloppend hart. Hier en daar zijn herinneringen te vinden aan de oorlogsjaren. De forten zijn verworden tot musea, zoals het hoort. Voor de oorlog is geen plaats meer.

Gent is verworden tot attractieve trekpleister voor toeristen uit de hele wereld. De oorlog is nog terug te vinden in de wijkmonumenten, die consequent meegaan aan de muren van de vele nieuwbouw, en aan de graven op de grote Westerbegraafplaats. Enkele opvallende ode’s aan Italianen, Russen en Portugezen zijn voor de liefhebbers interessant, en een combinatie met het Bourgondische leven in de stad maakt het een plezierig verblijf.

 

De Hollandstellung ligt er tegenwoordig verlaten bij. Enkele groepen bunkers, sommige verstopt achter loodsen, in achtertuinen of opgenomen in tuinafscheidingen, kunnen langs de hele grens worden gevolgd en maken een interessante fietstocht.


Nogmaals de koning der Belgen, nu op een Franse ansichtkaart die het beleg van Antwerpen memoreert.

-V-

Terug naar top