De Vogezen in beeld (6)
Van Mulhouse via Burnhaupt-le-Bas, Soppe-le-Bas, Guewenheim, Aspach-le-Bas, Roderen, Leimbach en Masevaux naar Bitschwiller-les-Thann.

 

Klik op de foto voor een vergroting

"Eer aan de strijders van de 35e RI" van beeldhouwer Eugene Desire Piron uit 1920 staat aan de Rue de la Bataille in de buitenwijk Dornach.

De slag van Mulhouse, beter bekend als de Slag om de Elzas, begon op 7 augustus 1914. De Fransen veroverden de stad snel, om er op 19 augustus door een Duitse tegenaanval weer uit terug te trekken.

De ironie: aan onze eerste bevrijders, augustus 1914. Mulhouse zou nog 4 lange jaren moeten wachten.

Het centrale pleintje van Burnhaupt-le-Bas is genoemd naar het 2eme B.C.P.

Dorpsmonument van Burnhaupt-le-Bas.

De beschadigde demarkatiepaal op een rustplaats langs de N83 tussen Soppe-le-Bas en Pont d’Aspach.

In deze regio waren in 2017 ook andere demarkatiepalen van hun helm beroofd.

Goed verscholen in de struiken langs de D466 vlak bij Guewenheim staat een monumentje dat kapitein d’Elbee herdenkt.

Het monument is opgericht door de officieren van het 17me Regiment Chasseurs a Cheval.

D’Elbee sneuvelde bij Arras op 16 juni 1915. Een loopgraaf in de buurt werd naar hem vernoemd.

De kerk van Aspach-le-Bas.

Links van de entree zijn 3 plaques te vinden.

Deze plaque herinnert aan de doden die vielen bij de aanval op het dorp. Sergeant Oberreiner en 28 soldaten lieten op 26 december 1914 (2e kerstdag) het leven. 4 militairen lieten in of om het dorp het leven.

14 soldaten uit het dorp en 3 burgers overleefden de oorlog ook niet.

In Roderen, niet ver van Guewenheim, is bij het dorpsmonument een tablet geplaatst voor piloot Albert Borrel.

Luitenant-waarnemer Albert Borrel werd op 19 januari 1918 samen met zijn piloot sergeant Serniclaes van het BR218 squadron neergeschoten boven Roderen, na een verkenningsmissie boven de Harmannswillerkopf. Hij raakte ernstig gewond en overleed op 20 januari 1918 in het Ziekenhuis van Masevaux (Haut-Rhin).

Het Legioen van Eer werd hem op zijn sterfbed toegekend. Zijn vader was een wereldberoemde professor, bekend van zijn onderzoek naar kanker, en de uitvinder van het eerste Franse gasmasker in de Grote Oorlog.

Het prachtige front met het dorpsmonument in Roderen.

De kerk ruïne van Leimbach.

De kerktoren werd tijdens de oorlog als observatiepost gebruikt en was daarom doelwit van de artillerie.

De klok is op 4 uur blijven staan.

In het Oberwald ten zuidwesten van Guewenheim staat in de bosrand dit eenvoudige monument voor luitenant Paillard.

Luitenant Henri Paillard, geboren op 1892/02/08 in Autun, vloog voor No. 49 squadron was met zijn Nieuport XI gelegerd op het vliegveld Fontaine.

Boven Guewenheim ontmoette hij een Duits vliegtuig dat hem neerschoot; hij stortte neer ten zuiden van Guewenheim.

 

Het monumentje gedenkt hem. Hij werd begraven in Fontaine.

Op het centrale plein in Masevaux hangt deze plaque op huisnummer 8.

Hier wordt herdacht dat Maarschalk de Lattre de Tassigny hier zowel in 1915 was als gewonde luitenant, als in 1944 als bevelhebber van de Franse bevrijders.

Tussen Masevaux en Bitschwiller les Thann bouwden de Fransen in 1915 een aanvoerroute naar het front, genoemd naar de Franse opperbevelhebber.

In Bitschwiller les Thann is een fraaie Franse militaire plot te vinden op de westelijke helling van het dal.

De plot ligt een beetje verstopt achter de civiele begraafplaats.

 

-V-

Terug naar top