De Vogezen in beeld (27)
van de Schratzmaennele via Gérardmer, la Bresse en Soultzeren naar de Col du Calvaire

 

Klik op de foto voor een vergroting

Goed bewaard gebleven Duitse loopgraven op de Schratzmaennele, waar tot november 1915 hevig werd gevochten.

Duits blockhaus vlak onder de top van de Schratzmaennele. Het kostte de Fransen duizenden doden om de top van de berg te veroveren.

Blik vanaf de bunker in het verlengde van de Duitse eerste linie.

Een blik van de andere kant. De mitrailleurpost beheerste de directe omgeving.

Andere voorbeelden van de Duitse linie op de Schratzmaennele.

Bunkers, verstopt in het groen op de Schratzmaennele.

De ingang Cimetičre communale Gérardmer in de ochtendzon.

Een beetje verstopt tussen de particuliere graven ligt een ossuaire (massagraf) van het 152e RI, de overbekende Diables Rouges. Het 152e, opgericht in 1794, was gelegerd in Colmar, over de toppen van de Vogezen. Tot april 1917 vocht het 152e RI in deze regio, en na een bloedig uitstapje naar de regio Reims keerde het in 1918 terug.

97 graven telt de Carré Militaire de Gérardmer, waarbij het 13e BCA, het 5e BCP en de 343e en 23e RI’s de meeste doden te betreuren hadden. Gérardmer was als kazernestad wel wat gewend. Midden op de Carré vinden we een eenvoudig monument, opgedragen aan de helden die vielen in de Vogezen.

Voor het Vogezen monument staat deze eenvoudige steen met het BCA-wapen en de tekst in memoriam. Het verhaal achter de steen is me niet bekend.

Le Quartier Kleber, heette de kazerne van Gérardmer toen, en ze had haar plek ten zuidwesten van het stadscentrum. Het 29e B.C.P. en de 152e en 170e RI hadden hier tijdens de oorlog in 1917 een onderkomen. De strijdkreet (laten we opgewekt gaan) hoeft niet perse die van een bataillon te zijn…

Blik op het monument met een deel van het toegangshek en het monument midden in een woonwijk van Gérardmer,

De tekst op de plaque vermeldt de eenheden die hier inkwartierden.

6 juli 2017 werd in de binnentuin van het Grand Hotel in Gérardmer een bijzondere plaque onthuld.

Norman Prince stierf op 15 oktober 1916 in een groot hospitaal in Gérardmer, dat tegenwoordig het Grand Hotel is, op een leeftijd van 29 jaar en 4 dagen. Hij was medeoprichter van het N124 Escadrille, dat vloog met Newport modellen. Deze eenheid was gevestigd in Luxeuil en droeg het trotse Sioux-embleem op de romp van de toestellen.

 

La Bresse, enkele kilometers ten zuiden van Gérardmer, heeft een klein museum over haar bevrijding in 1944, maar ook enkele herinneringen aan de Grote Oorlog.

Carré Militaire 1914-1918 van la Bresse, met 5 graven uit 1915 tot 1918, wordt door een plaque uit de 2e Wereldoorlog vooraf gegaan.

Carré Militaire 1914-1918 ligt knus verstopt tussen het groen.

Het monument aux morts van la Bresse is van grote schoonheid. De namen van alle gesneuvelde stadsgenoten aan weerszijden van een groot mozaďek met gesneuvelde poilu ervoor is dramatisch, kleurrijk en prachtig onderhouden.

Er werd 2 jaar lang door 13 man aan dit eerbetoon gewerkt. De onthulling vond plaats in 1923. Het wordt beschouwd als een van de mooiste monumenten voor de doden van de Grote Oorlog.

Het monument genaamd "de la Marseillaise" staat aan de rand van een klein stroompje, niet ver van een pad dat van de Col de la Schlucht naar Soultzeren loopt.

Monument la Marseillaise aangekondigd..

Dit monument is in 1916 opgericht in het midden van het kamp van het 76e RI, dat van februari 1916 tot november 1917 in de Vogezen was gelegerd.

Het heeft een marmeren afbeelding die een Marianne toont, uit volle borst het volkslied zingend;

Allons enfants de la Patrie,
le jour de gloire est arrivé!
Contre nous de la tyrannie
L'étendard sanglant est levé.

De Col du Calvaire, een van de toegangspoorten voor de Franse aanval richting het Rijndal. Een kleine steen brengt ode aan de gesneuvelden van het 11e BCA, dat hier op 13 augustus 1914, tien dagen na het begin van de oorlog, optrok.

 

-V-

Terug naar top