De Vogezen in beeld (22)
van de Gaschneykopf naar de Reichsackerkopf

 

Klik op de foto voor een vergroting

Bordje nabij Cimetičre Militaire Germania, nabij de Gaschneykopf. (informatie: pag. 21)

De route door het krijgsgebied van de Reichsacker is voorzien van goede informatie.

Laatst blik op Cimetičre Militaire Germania, en de door takken gevormde kruizen op de graven.

Het bospad waarlangs Cimetičre Militaire Germania ligt. Het informatiepaneeltje staat links tussen de bomen.

Vroege morgen op Col du Sattel, hemelsbreed tussen Cimetičre Militaire Germania en Munster.

De Reichsackerkopf en de Sattelkopf, gescheiden door de Sattelpas, domineren de bovenste Munstervallei. Hij verdeelt het in twee met in het noorden de vallei van de rivier de petite Fecht (Soultzeren en de weg naar de Col de la Schlucht) en de zuidelijke vallei South Valley Great Fecht (en Metzeral Mittlach).met de rivier de Fecht.

 

Monument voor luitenant Jean de Guardia, die bij een van de eerste offensieven in februari 1915 sneuvelde.

Begin 1915 bezat de Fransen de randen over de vallei van Munster, terwijl de Duitsers de hele Munstervallei bezetten. De Franse opperbevelhebber Joffre besloot tot een groot offensief in de richting van Colmar. Maar in februari 1915 zijn de Duitsers hem voor, en ze beginnen een offensief tegen de hoger gelegen Fransen, gericht op Metzeral, Soultzeren en de Schlucht. Op de 12e nemen zij Metzeral en de 19e zijn ook de Barrenkopf, de Reichsackerkopf tot de Col du Sattel en de Altmattkopf veroverd.

Op de 21ste gaat de 12e B.C.A. in de tegenaanval, herovert de Reichsackerkopf, maar wordt gedwongen op de 21e terug te trekken na een aanval van het 4e Regiment van de Beierse Landwehr. Het betreurt 313 doden, 897 gewonden en 342 vermisten.

De tekst op de voet van het monument is slecht leesbaar, maar is een ode aan la Guardia; “hij was de toekomst en onze hoop en hij stierf gracieus en kalm als een ware held.”

Iets rechts van het monument voor la Guardia staat een eenvoudig granieten monument voor de Bataillons Chasseurs die op de col du Sattel werden ingezet tijdens de oorlog.

Vanaf deze kruising in het bos is het slagveld van de Reichsackerkopf goed te bewandelen.

Op de noordelijke helling van de Reichsackerkopf is in de bosrand een kruis te vinden voor Georges Crozier, die officier was bij het 62e Bataillon Chasseurs Alpins (BCA).

Hij stierf op 23 maart 1915 bij de volgende Franse poging. Generaal Dubail vertrouwde de verovering van de Reichsackerkopf toe aan de 47e Infanterie Divisie van Generaal Armau Pouydraguin, die niet minder dan 17 bataljons van Alpins onder zich had.
Op 6 maart begon de Franse aanval: De 23e en 6e B.C.A. slaagden erin de Kleine en Grote Reichsackerkopf te veroveren en een tegenaanval af te slaan, maar het lukte de 11e B.C.A. niet om Stosswihr in te nemen. Op de 19e herhaalde de 47e D.I de Stosswihr-aanval, maar die mislukte opnieuw. 20 maart 1915 zijn het de Duitsers die aanvielen en ze heroverden de Grote en Kleine Reichsackerkopf tot aan de col du Sattel. Het lukte de Fransen op 21 en 23 maart 1915 vervolgens niet om de verloren grond te herwinnen.

 

De Reichsackerkopf toont de wandelaar een bonte verzameling blockhäuser in allerlei vormen.

Mitrailleurpost op de hellingen van de Reichsackerkopf.

 

Duitse "Drahtseilbahn" aan de noordoostzijde van de Reichsackerkopf. Het plafond ligt gelijk met de wandelroute.

Een keurig informatiepaneel geeft een inkijkje in de situatie van toen.

Het station van de Drahtseilbahn oostzijde.

Een paar meter lager langs de steile helling zijn de twee toegangen zichtbaar waarlangs bakken met voorraden het station bereikten en verlieten.

Vanuit het station van de Drahtseilbahn naar buiten.

Zicht op het Drahtseilbahn station vanaf de westelijke kant.

Bunker van de Duitse techniker aan de noordzijde van de Reichsackerkopf.

Een soortgelijke bunker in kersttijd.

Dat de bunker bestand was tegen grote kalibers, toont de dikte van de betonmuur.

Iets hogerop ligt de bunker “Schillingsheim”, een huiselijke naam voor vermoedelijk een versterkt personeelsonderkomen.

Het was een goede Duitse gewoonte om hun bouwsels van naam te voorzien en te laten weten wie het wanneer had gebouwd.

Sober interieur van de bunker Schillingsheim.

 

-V-

Terug naar top