Verdun in beeld (15)
Van Fort de Douaumont via de Abri des Quatre Cheminées en de monumenten langs de D112 naar de casernes Marceau

 

Klik op de foto voor een vergroting

De gerestaureerde beneden ingang van Fort de Douaumont. De plaque herdenkt 25 jaar vriendschap 1963-1988 tussen Duitsland en Frankrijk.

De beschadigde gevel van het Fort de Douaumont. Na de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871, die het verlies van de Elzas en een deel van Lotharingen meebracht, werd een plan voor de verdediging van de noordoostgrens opgesteld door de Franse militaire ingenieur Séré de Rivières. Het plan voorzag in de bouw van 38 forten in een ring met een omtrek van 40 kilometer rond de stad Verdun.

Daarvan was het Fort van Douaumont het grootste, maar niet met de zwaarste bewapening. De bouw begon in 1885 en eindigde laat 1913. Het werd door zijn plaats een van de belangrijkste forten in de verdedigingslinie rond Verdun in 1914.

 

Op 25 februari 1916, bij de aanvang van de tien maanden durende Slag om Verdun, vielen de Duitsers aan in de richting van Fort de Douaumont en brachten hun linies tot ongeveer 600 m van het fort. Verrast door de rust die bij het fort heerste, slaagden zij erin om af te dalen in de gracht en in de galerijen. De 57 militairen die het fort bezet hielden, werden gevangengenomen. Het verlies van het fort, een sterk belangrijk steunpunt en uitkijkpost, had grote morele en materiële gevolgen. De Duitsers begonnen onmiddellijk met het organiseren van de verdediging van Fort de Douaumont. Op de avond van 25 februari waren er 19 officieren en 79 onderofficieren en soldaten van vijf verschillende eenheden om Douaumont te bezetten. Het fort werd de ruggengraat van de Duitse verdediging op de rechteroever van de Maas (de buurt van Fort de Vaux).

 

Op 24 oktober 1916 werd het fort weer ingenomen door de Franse troepen, aangevuld met Senegalese en Somalische scherpschutters (plaque hierboven). Per decreet van 13 november 1916 (Publicatieblad van 16 november 1916) werd aan hen het Legioen van Eer toegekend. Het 43e bataljon van de infanterie en de Senegalese 2de en 4de compagnie van de Somaliërs ontvingen ook het Croix de Guerre met Palm 1914 tot 1916. Deze eenheden waren onderdeel van de divisies onder leiding van generaal Charles Mangin.

Op 14 december 1916 trof een Duitse granaat van 420 mm een bunker, met de dood van 21 soldaten als gevolg. 14 hiervan werden buiten het fort begraven, de 7 anderen, wier namen zijn vermeld op een plaquette, blijven begraven achter de muur om de betreffende kazemat. De tekst van de plaque bij de ingang luidt:

"Le 24 octobre 1916, alors que le R.I.C.M. prenait pied sur le Fort de Douaumont, le 321e R.I. à sa droite, atteignait la face est de l'ouvrage et le 4e régt mixte de zouaves et tirailleurs, à sa gauche, pénétrait dans le fossé ouest. Ces trois régiments, ensemble à la peine, partagent maintenant l'honneur de voir inscrit sur leurs drapeaux le nom glorieux: VERDUN-DOUAUMONT".

Drone-opname van Fort de Douaumont, met de omliggende terreinen richting het noorden.
Generaal Philippe Pétain, de Franse opperbevelhebber bij de Slag om Verdun, wees op de ongehoorde paradox, dat Fort de Douaumont dat Frankrijk 100.000 doden kostte, zelf zonder gevecht werd prijsgegeven en zonder gevecht weer ingenomen.

Beroemd, maar met een twijfelachtige geschiedenis: fort de Douaumont, het grootste fort van Verdun en het hart van het slagveld. 

Het fort heeft een oppervlakte van maar liefst ruim 3 hectare, een dak van 12 meter dik en is verscheidene verdiepingen diep uitgehakt in de heuvel. 

Fort de Douaumont ligt op het hoogste punt van het slagveld en werd door de Duitsers gezien als een van de hoofdprijzen. De Fransen hadden het fort sinds de overgave van de Belgische forten in 1914 ontwapend en hielden het nauwelijks bezet.

Het drijfnatte fort op de bovenverdieping. 

Op 8 mei 1916 werd het leven op het fort, bezet door de Duitsers, verstoord door een onverwachte gebeurtenis. De voorgaande dag waren de gevechten zeer hevig geweest. Het fort herbergde gewonden, een bataljon in rust en veel andere troepen. Om 6:00 uur was er een zware explosie in een opslagplaats van granaten, die op zijn beurt een opslagplaats van vlammenwerpers in brand stak. De verliezen waren zwaar; de Duitsers begonnen de doden te begraven, maar omdat er steeds meer slachtoffers werden gevonden, werd de opdracht gegeven ze te begraven in twee bunkers die ommuurd werden. Van de 800-900 soldaten die stierven, zijn 679 begraven in het fort achter dit Duitse kruis.

Opvallende steen in de wand van de oostvleugel met de tekst " Es ist vollbracht".

Het fort is tientallen meters diep. Schachten geven een beeld van de enorme afstanden tussen verdiepingen.

De Fransen heroverden op 2 november 1916 met veel moeite het zo gemakkelijk vergeven fort. Duitse 420 mm granaten bleven ook daarna slachtoffers maken.

Wat vocht vermag. Verbindingslijnen langs de wanden.

Ook van fort de Douaumont kan maar een klein deel worden bezichtigd. Enkele gangen ogen zeer onbetrouwbaar. 

Even ten oosten van het fort staat op de resten van abri´s een monument voor verdedigers van de 74me R.I. die een etmaal standhielden.

Het Duitse leger  op Fort de Douaumont, dit keer om verleden te proeven.

 De Abri des Quatre Cheminées is gelegen op de zuidelijke helling van het  ravin des Vignes, in het gebied van Froideterre, en was een van de belangrijkste schuilplaatsen van de sector van Verdun, die de voorste commandoposten huisvestte, evenals de Franse hulpposten. In de kelder, een lange ondergrondse kamer met ventilatieschoorstenen die 12 meter diep begraven ligt, is een 60 m lange galerij gemaakt van bakstenen. De ventilatie wordt verzorgd door 4 tunnels, vandaar de naam.

Vanaf het begin van het offensief, op 21 februari, wordt de abri regelmatig gebombardeerd. In juni wordt de Abri des Quatre Cheminées gecontroleerd door kolonel de Susbielle. De levensomstandigheden in de galerij zijn verschrikkelijk. Meer dan 400 doden, gewonden in afwachting van evacuatie, verbindingsofficieren, uitgeputte hardlopers, personeel, leven in een permanent tumult. De muren schudden op elk moment, het stof maakt de atmosfeer vreselijk en de zichtbaarheid moeilijk.

Vanaf 20 juni, met de nadering van de Duitse linies, worden de beschietingen intens. 305 en 380 mm granaten vallen zonder een moment van rust. Op 22 juni zijn de beschietingen opgehouden, maar wordt massaal gas gebruikt. Mannen leven permanent met hun gasmasker op. Velen van hen sterven. S ’avonds wordt het geschut van de artillerie met geweld hervat. Gedurende de nacht blijven meer dan 100.000 granaten het gebied raken.

 

Detail van het monument Maginot. René Maginot, volksvertegenwoordiger voor het departement Maas en toekomstig minister, wordt gewond door collega´s geholpen.

Langs de RD112 naar Verdun staat het Monument Maginot, dat op 18 augustus 1935 werd onthuld door de Président Albert Lebrun.

 De 3 karakters vertegenwoordigen André Maginot (1877-1932) - sergeant bij het 44e R.I.T. – Vertegenwoordiger van het departement Meuse - Minister van Oorlog, ernstig gewond, met een geweer gedragen door twee van zijn mannen, inclusief François-Joseph Jolas voor wie een plaquette is aangebracht op het monument die hulde brengt aan deze soldaat die Maginot redde.

Monument voor het 7e R.I.. Het eenvoudige monument staat langs de RD 112 op 200 meter van het Monument Maginot.

De tekst luidt: "Le 12 Juillet 1916, le Fort de Souville, dernier obstacle sur la route de Verdun résista victorieusement pendant dix heures aux assauts furieux et répétés de l'ennemi - Gloire au lieutenant Kléber Dupuy et à ses soldats de la 3e Cie du 7e R.I. - (Le Fort de Souville, maintenant en ruines et dont l'accès dangereux est interdit se trouve à environ 200 mètres derrière le Monument Maginot) "

Naast het Monument Maginot staat dit eenvoudige monument voor het 30e Corps d'Armée.

De plaque op het monument vermeldt: "En ces lieux était le P.C. du 30e Corps Général Chrétien - 72e, 51e, 14e D.I. - qui, de la Meuse à la Woëvre soutint, du 21 au 25 Février 1916 le premier choc de la ruée allemande en perdant les deux tiers de ses effectifs - Renforts 37e, 153e D.I. - Détachée 32e D.I."

Informatiepaneel over de Ancien Cimetière Militaire des casernes Marceau, de begraafplaatsen die op het kazerneterrein van Marceau lagen, op de hellingen naar Verdun. Er lagen enkele militaire begraafplaatsen direct achter en links van de kazernes. Deze zijn daar aangelegd tussen 1915 en 1918. In 1926 zijn de begraafplaatsen opgeruimd, en de meeste graven zijn naar de begraafplaats bij het Ossuaire gebracht.

Vandaag de dag rest er van de kazernes van Marceau niets meer omdat de landeigenaar ze onlangs platgegooid heeft. Van de begraafplaatsen is ook weinig meer te zien, op een paar resten van de voormalige muren van de begraafplaatsen na.

Het monument is in 2007 met medewerking van Frederic Radet geplaatst. Het gaat om vier grafstenen die gevonden werden op één van de militaire begraafplaatsen rond de Marceau kazernes, op wat nu een motorcross baan is.

 

-V-

Terug naar top