Lorraine in beeld (13)
 van St. Quirin via Abreschwiller, Bois du Branntweinthal, Plaine-de-Walsch, Brouderdorff en Vaucourt naar Lagarde

 

Klik op de foto voor een vergroting

In St. Quirin, in de uitlopers van de westelijke Vogezen, is op de plaatselijke cimetiere een Carré militaire te vinden.

Joods graf in St. Quirin uit de begindagen van de oorlog.

Toegangshek tot de cimetiere van St. Quirin. Het symbool van Souvenir Francais is rechts van de hekken goed zichtbaar.

Abreschviller bewaakt de toegang tot de Vogezen langs het riviertje de Sarre. Een oude Michelin-wijzer toont de weg naar de plaatselijke Nėcropole.

Informatiepaneel van de Nėcropole Nationale La Valette.

Duitse en Franse gesneuvelden rusten hier naast elkaar. 204 Duitsers vonden hier en laatste rustplaats.

Blik op Nėcropole Nationale La Valette op een mooie meidag.

Duits graf met de beruchte data in steen.

Frans Ossuaire op Nėcropole Nationale La Valette.

Voorjaar over Nėcropole Nationale La Valette.

In het Bois du Branntweinthal ligt het eenzame graf van luitenant Petermann aan een onverharde weg.

Petermann sneuvelde op 21 augustus 1914 en werd oorspronkelijk begraven met 28 Fransen en 7 Duitsers. In 1920 werd hij, conform een brief die op zijn lichaam was gevonden, begraven op de plek waar hij viel.

Robert Petermann, werd overgeplaatst naar het 149e RI, en arriveerde op 3 augustus 1914 bij het korps. Drie dagen later werd hij benoemd tot tweede luitenant. De pas gepromoveerde jonge student van de militaire school Saint-Cyrien meldde zich onmiddellijk bij kapitein Micard. Hij had nauwelijks tijd om kennis te maken met de soldaten die onder zijn bevel staan. Op 21 augustus 1914 werd hij in het begin van het gevecht vlakbij Valetta, een klein gehucht ten noorden van Abreschviller, in zijn hoofd geschoten. Hij werd slechts 21 jaar oud.

Kort voor de tweede verjaardag van de wapenstilstand, brengt een opgravingscommissie de lichamen van de Fransen bij elkaar die begraven liggen in de sector Abreschviller. Op 15 september 1920 werd het gemeenschappelijke graf van Tweede Luitenant Petermann geopend door grafdelvers onder het toeziend oog van Sergeant Arcabusquey en Secretaris Maniere. Een brief werd gevonden in een van de zakken van diens officiersuniek. Het schrijven bleek nog steeds zichtbaar op papier, ondanks de zes jaar onder de grond. Robert Petermann vraagt ​​hierin om te worden begraven op de exacte plaats waar hij zal zijn gestorven. Zijn laatste wensen worden gerespecteerd.

Overal in de omgeving is in augustus 1914 gevochten. Kleine begraafplaatsen liggen dan ook her en der in het landschap, zoals Nėcropole Nationale Plaine de Walsch, ten zuidoosten van het gelijknamige dorpje.

Sfeerbeeld van de Franse aanvallen van toen; bajonet op het verouderd geweer, rode broeken, een officier met sabel voorop….

De Nėcropole Nationale Plaine-de-Walsch strekt zich uit over 966 m2, het werd opgericht in 1914 na de Slag om Sarrebourg, Er liggen 361 Fransen uit het 16e - 38e - 92e - 98e - 121e - 139e - 149e RI, het 2e - 3e - 10e - 31e PCO, Het 12e - 59e AUTO (13e - 20e korps), waarvan 42 in individuele graven en 319 in 2 ossuaires.

De aangrenzende Duitse militaire begraafplaats is de laatste rustplaats van 227 soldaten.

Vanuit een woonwijk in het dorpje Brouderdorff, slechts 2 kilometer van Plaine-de-Walsch, is de op een heuvel aangelegde Nėcropole Nationale de Brouderdorff via een grasstrook te bereiken.

466 Fransen werden hier na de slag om Sarrebourg begraven, waarvan slechts 75 in een individueel graf.

Een van de ossuaires op La Nécropole de Brouderdorff.

De kerk van Vaucourt. Het dorpje kwam medio augustus 1914 in de vuurlinie te liggen tijdens de vele kleine veldslagen die woedden. De Duitse troepen terroriseerden de bevolking na vermeende burgerweerstand, vermoordden er enkele en staken huizen in brand.

Interieur van de kerk van Vaucourt. Links en rechts van de ingang zijn 2 indrukwekkende beeldengroepen te zien, met links Jezus na zijn kruisiging, en rechts de engel die zich over de gesneuvelde poilu ontfermt. De boodschap is helder.

Een van de vensters grijpt terug op de slag om Vaucourt en toont heldhaftige poilu’s die optrekken in de straten van het dorp. Helaas is ook hier een mix te vinden van oude (geen helmen) en nieuwe uniformen van na 1915 (horizon bleu).

De kerktoren van Vaucourt, vernield tijdens de gevechten. Rechts een meer gedetailleerd beeld van de gesneuvelde poilu. De mate van detaillering is opvallend; de gevlochten loopgraafwanden, de spijkers onder het extra paar schoenen….

Soldatenfriedhof Lagarde, een bescheiden strookje graven ten oosten van het dorpje.

379 voornamelijk Beierse graven telt Soldatenfriedhof Lagarde, vrijwel allemaal uit augustus 1914.

 

-V-

Terug naar top