St. Mihiel in beeld (12)
Van Thiaucourt via Jaulny, Charey, Viéville en Haye en Regniéville (village détruit) naar Fey en Haye (village détruit)

 

Klik op de foto voor een vergroting

Langs de D28 van Thiaucourt naar het noorden ligt links van de weg de steen waarmee de 2nd US Division haar route door de saillant markeerde.

Op de begraafplaats van Jaulny, ten noorden van Thiaucourt, is dit graf te vinden voor een onbekende Franse soldaat. Het ligt er desolaat bij.

Langs die begraafplaats ligt een GR wandelpad. Een eindje het bos in en rechtsaf is de plek te vinden waar kapitein Cunningham sneuvelde. De sarcofaag is leeg maar verbeeldt zijn tombe te zijn. De plek in het bos wordt keurig onderhouden.

Cunningham diende in het Amerikaanse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog als luitenant in de 15e Field Artillery Regiment, 2nd Division, AEF. He fought at Chateau Thierry, Vaux, and Belleau Woods, and St. Mihiel. Hij vocht in Chateau Thierry, Vaux, en Belleau Woods, en St. Mihiel. He was killed by mortar fire near the village of Jaulny, France, on his 24th birthday. Hij werd gedood door mortiervuur ​​in de buurt van het dorp Jaulny, Frankrijk, op zijn 24ste verjaardag. The day after his his death his captain's commission arrived, dated September 11th. De dag na zijn dood bleek hij tot kapitein bevorderd. He was awarded both the Distinguished Service Cross (DSC)and the Silver Star Medal (Posthumously).

Hij won zowel de Distinguished Service Cross (DSC) als de Silver Star Medal (postuum). He was buried with military honors at a lonely crossroads near the scene of his death. Hij werd begraven met militaire eer bij een eenzaam kruispunt in de buurt van de plaats van zijn overlijden. Later his body was taken to the American National Cemetery on the edge of the Town of Thiaucourt. Later werd zijn lichaam meegenomen naar de Amerikaanse National Cemetery aan de rand van Thiaucourt. In the parish church at Thiaucourt a special set of chimes (bells) was dedicated in his memory on May 30th 1920, American Memorial Day. In de parochiekerk op Thiaucourt herinnert een carillon aan zijn leven en sterven. He was a graduate of Yale University in New Haven, Connecticut.

Cunningham was volgens alle geschiedenisbeschrijvingen een voorbeeldig en moedig officier.

De enige verwijzing naar de locatie vanaf de GR wandelroute.

Langs de D28c naar Charey ligt ietwat verborgen in het groen nog een markeersteen van de 2nd US Division.

Langs de D3 tussen Thiaucourt en Fey ligt deze beschadigde Duitse bunker op de kruising met de D89.

In het dorpje Viéville en Haye staat dit monumentje dat de route van de 5th US Division markeert. De plaque geeft de datum van de bevrijding weer en de opmars van 12 september 1918.

Terug aan de D3 naar het zuiden staat op de kruising van de D3 en de D75 ook een markerend monumentje voor de 5th US Division op de plek waar eens Regniéville (village détruit) eens stond.

Regniéville (village détruit) lag direct op de frontlijn, getuige de demarkatiepaal.

De opschriften op het monumentje voor de 5th US Division tonen dat diezelfde divisie hier zowel in 1918 als in 1944 passeerde.

Van juli 1915 tot mei 1916 lag het Franse 302me RI hier in de linie. Het 302me stamde uit het 102me (de reserveregimenten kregen hetzelfde nummer + 200) en was een typisch Grote Oorlog regiment wat vrijwel overal diende.

De kapel van Regniéville. Van het dorp is vrijwel niets meer te vinden. 

In de oude kapel hangen plaques ter herinnering aan de gesneuvelden en het dorp. Het kerkje is dichtgespijkerd maar de doorzetter kan de plaques nog net fotograferen.

Iets ten westen van de kruising lag het oude dorp Regniéville (village détruit). Er staat nu een slecht onderhouden kapelletje waar eens de levendige straten van een dorp lagen.

Een informatiebord geeft goed weer hoezeer de loopgraven dwars door Regniéville (village détruit) liepen.

In de kapel hangen deze twee plaques ter herinnering aan zowel het dorp als haar gesneuvelden.

Blik op het interieur van de kapel.

In het bos rond de kapel is met bordjes weergegeven waar de smid, de bakker en de grande Rue zich bevonden.

Terug naar de D3 loopt de weg naar het zuidoosten naar een ander door de oorlog vernield dorp: Fey en Haye (village détruit). In het huidige dorp is aan de kerk een altaar achtige constructie te vinden, waarbij de glas in lood ramen voor zowel binnen- als buitenkant goed zichtbaar zijn.  

Fey en Haye (village détruit) lag midden tussen de linies en ging meerdere keren in andere handen over. De kerk is gewijd aan St. Gorgon en de prachtige vensters zijn van de hand van Jaques Gruber. Herkenbaar zijn het monument de la Croix des Carmes, politici, geestelijken en generaals uit die tijd.

Elders in de kerk is dit venster voor de gewondenverzorgers te vinden. De scene in de loopgraven is indrukwekkend.

In een nis van de kerk staat een van de overgebleven bomen uit het Bois le Prêtre, doorzeefd met splinters en patronen.

Een altaar achter in de kerk is geweid aan het 73me RI en het 128me RI. Links en rechts van de figuurtjes zijn de Regimenten zichtbaar. De zwaarden in het altaar relateren ook aan haar militaire karakter.

Herinneringsplaque voor vader Vigier, die in april 1915 sneuvelde.

Detail van de boom in de kerk van Fey en Haye (village détruit)

 

-V-

Terug naar top