De Marne in beeld(27)
Van Parcy-Tigny via Vierzy en Villemontoire naar Buzancy.

 

Klik op de foto voor een vergroting

Panelen op een monument nabij Parcy-Tigny ter nagedachtenis aan de koloniale troepen en de commandant, kapitein van Vollenhove, gouverneur generaal van de Koloniën. (zie onder)

Informatiepaneel bij het monument, wat is opgericht op het verste punt van de vorderingen van van Vollenhove ’s Regiment.

Steen met drie plaques die naar de slag in 1918 verwijzen:

"Madame Darlmat est la marraine de ce monument placé sous la sauvegarde de la commune de Parcy-Tigny"

Joost van Vollenhoven (21 juli 1877, Rotterdam - 20 juli 1918, Parcy-et-Tigny, Aisne ) was een Nederlands-geboren Franse soldaat en koloniale beheerder. Van Vollenhoven stierf in de Tweede Slag van de Marne.

 

Het monument in het landschap bij Tigny.

Monument voor Captain van Vollenhoven in het Bois de Retz (elders op deze site)

Cimetiere communale de Vierzy bevat 2 Britse graven gedateerd 27 juli 1918 van twee kanonniers.

De graven liggen keurig onderhouden langs de zuidwand.

73 Franse graven liggen in een goed onderhouden carré.

Vele namen zijn van soldaten uit Madagaskar en Mali, zoals soldaat Randriatsimizaka.

Sfeerbeeld van de carré. De graven komen uit alle oorlogsjaren.

Het graf van Louis Dubourg met een bordje ter gelegenheid van zijn 90ste sterfdag. Dubourg diende bij het 7e régiment d'infanterie coloniale (7e RIC) en kwam uit Le Pian-Médoc niet ver van Bordeaux en de oceaan.

De toegang tot Cimetiere communale de Vierzy met het bekende CWGC-bordje.

Verwijzing naar Raperie British Cemetery, ten zuiden van Villemontoire.

Villemontoire is volledig verbonden met de zegevierende opmars van de 15e (Schotse) en 34e divisies, onder Frans leiderschap, in de periode van 23 juli tot 2 augustus 1918.

Het bevat de graven van 103 officieren en mannen, die bijna allemaal behoorden tot de 9e Royal Scots die vielen op 1 en 2 augustus.

Er worden nu 612 slachtoffers herdacht op deze site. Hiervan zijn er meer dan 100 onbekend en er zijn speciale gedenktekens opgericht voor elf mannen van het Herefordshire Regiment en een van de Royal Scots waarvan bekend is of wordt gedacht, dat ze onder hen zijn begraven. Rechts het graf van Lance Corporal Gillespie van de Royal Scots en de beroemde tekst: “Greater love hath no man than this that a man lay down his life for his friends” (Joannes 15-13).

Het in 2019 volledig gerestaureerde monument voor het 67me R.I. ten zuiden van Villemontoire. De teksten luiden:

"A la gloire du 67e R.I. Régiment de Soissons - Reprise de Villemontoire le 25 Juillet 1918"

Fraaie details op het monument voor het 67me R.I.: links oprukkende poilu’s, rechts het wapen van dit roemruchte regiment.

Een plaque herinnert aan het feit dat het oorspronkelijke monument (net als duizenden andere monumenten) door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgeblazen.

De ingang van Cimetiere Communale de Villemontoire.

6 Britten (5 van de Cameron Highlanders) die sneuvelden tijdens de aanvallen van 1 augustus 1918 liggen hier begraven.

Verwijzing naar Buzancy Military Cemetery.

Buzancy werd bereikt (hoewel niet vastgehouden) door de 1st American Division op 21 juli 1918, na een opmars die was begonnen op de 18e. Het werd aangevallen door de 15e (Schotse) en 34e divisies op 23 juli en genomen op de 28e.

 

Twee Franse graven naast Buzancy Military Cemetery zijn overgebleven van de oorspronkelijke Cimetiere die hier lag. Het zijn de graven van vlieger-waarnemer Georges Moro (voorgrond) en luitenant René Casult van het 28e bataillon de tirailleurs Sénégalais (28e BTS).

Casult, herkomstig uit Rochefort, stierf na evacuatie van het slagveld.

Het monument voor het 15e Scottish op Buzancy Military Cemetery:

“ICI FLEURIRA TOUJOURS

 

-V-

Terug naar top