Vlaanderen in beeld (Ieper) (4)
Van Passchendaele Cemetery via Tyne Cott, Passendale, Broodseinde, Zonnebeke naar Polygoon Wood.

 

Klik op de foto voor een vergroting

De naam die berucht werd in de historie van den Grooten Oorlog: Passchendaele. De Britten en de geschiedenisboekjes noemen de slag om dit gehucht overigens  "third Ypres", ofwel de derde slag om Ieper.

Monument voor de Sherwood Forresters op de begraafplaats Tyne Cott ten westen van Passendale. Het gedenkt alle wapenfeiten van dit regiment.

Blik op het Cross of Sacrifice op Tyne Cott Cemetery. Het is gebouwd bovenop een bunker die de Australiërs in 1917 veroverden.

Tyne Cott-cemetery, de grootste Britse begraafplaats ter wereld. Op het terrein zijn de bunkers te vinden die de Australiërs in 1917 tijdens de slag om Passchendaele wisten te bereiken.

Tyne Cott. Opname vanaf het Cross of Remembrence

De Duitse blockhäuser worden door de Britse graven omringd.

"memories are a treasure, time cannot take away"

12.000 graven en 34.957 namen van vermisten. Tyne Cott kreeg met het oog op de toenemende bezoekersaantallen en de herdenkingen 2014-2018 een heus bezoekerscentrum, gesitueerd achter de begraafplaats. 

De route die de Australische troepen namen naar Passendale vanaf Tyne Cott wordt tegenwoordig met een klein monumentje herdacht.

Op de route zijn de resten zichtbaar van het smalspoor wat richting Passendale werd aangelegd om de troepen te bevoorraden.

Met het overgrote deel van de verdedigende stellingen rond Passendale in handen en de hoger gelegen en vastere grond in het Zuiden stevig in Canadese handen, was begin november 1917 de tijd gekomen om de aanval op Passendale zelf in te zetten. Van de '6th Brigade' van de '2nd Canadian Division' kon het '27th (City of Winnipeg) Battalion' op 6 november Passendale betreden. De Duitsers probeerden het dorp later die dag te heroveren, maar de Canadezen hielden stand en Passendale was eindelijk gevallen.. De tweede fase, op 10 november, had beperkte objectieven, en er waren slechts 3 divisies bij betrokken op een zeer eng front (de 1ste divisie, de 1ste Canadese en de 2de Canadese divisie).

De nieuwe saillant, met een uitsteeksel rond Passendale, was strategisch gezien een nachtmerrie om te houden. Tijdens het Duitse lente-offensief moest men het dorp dan ook weer prijsgeven.

Plaques bij het monument vertellen van deze laatste push naar Passendale, het dorpje dat al na enkele dagen had moeten worden veroverd en synoniem werd voor een maandenlang gruwelijk modderbad.

Op het gemeentehuis van Passendale hangen maar liefst vier plaques, waaronder een plaque van de WFA en twee voor feiten in de Tweede Wereldoorlog.

Plaques op het gemeentehuis van Passendale aan de 4de regiment karabinierstraat. De tekst luidt:

'Ter herinnering aan de grenadiers gesneuveld te Passendale op 28 en 29 September 1918'

En een raam verderop hangt deze plaque voor het 4de regiment karabiniers: 'Den 28 September 1918 werd het dorp Passchendaele door het 4de Carabiniers Regiment Heroverd'

Voor de herbouwde kerk van Passendale staat deze pakkende tekst op een monumentje. Van Passendale was in november 1917 niets over. 

In de kerk van Passendale is een prachtig venster te vinden, geschonken door het 66th Lancastershire Regiment. 

Het Regimentswapen (St. Joris) staat centraal. 

Verwijzing naar het monument voor het 85ste bataljon 'Nova Scotia Highlanders' aan de Passendalestraat.

Slecht leesbare lijst met gesneuvelden, bevestigd op het monument.

Dit gedenkteken op de 'Passchendaele Ridge' herinnert aan het 85ste bataljon, ook wel de 'Nova Scotia Highlanders' genoemd, en aan de gevechten rond Passendale in oktober 1917 Het monument verviel en was anno 1999-2000 in zeer slechte staat. Op initiatief van 'The Nova Scotia Highlanders' Heritage Society' werd een identiek nieuw monument onthuld op 30 oktober 2001.

In het gehucht Broodseinde staat dit gedenkteken voor de 16.000 Fransen die tussen 23 oktober en 13 november 1914 sneuvelden in de linie. Het ontwerp verwijst naar de cavalerie die hier in 1914 betrokken was. De drie witte kruisjes, identiek aan deze op het Franse St.-Charles de Potyze kerkhof in Ieper staan symbool voor de Franse soldaten die hier gevallen zijn en nooit teruggevonden werden. Het monument staat op de rotonde aan de Roeselarestraat en is pas in 1977 onthuld.

Voorbeeld van een grafopschrift op het monument.

Het opschrift op de plaque op de grond luidt: '1914 Broodseinde-Nieuwe molen 1918'. 'Aux héros français du 9e C.A. Rgts: 77-114-135 qui défendaient cette crête Oct.-Nov. 1914'. Op een granieten plaatje met zilverkleurige letters: 'Aux soldats français morts dans la défense commune de la liberté - Les questeurs du sénat de la république française 6-10-1978'

Het dorpsmonument van Zonnebeke. Het gedenkteken werd opgericht op initiatief van de plaatselijke V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders). De officiële onthulling gebeurde op zondag 13 september 1925 in aanwezigheid van talrijke oud-strijdersverenigingen.

Het centrale panorama stelt een getroffen soldaat voor die half liggend ondersteund wordt door een knielende engel, die met de vinger naar de hemel wijst.

Het welkombord van het Passchendaele-museum in Zonnebeke

Gas: vitrine in het Passchendeale-museum in Zonnebeke

Pickhaube in het Passchendaele-museum in Zonnebeke 

Een uitstapje naar het zuidelijker gelegen dorp Beselare, dat van de aardbodem verdween gedurende de oorlog. Tot in de jaren 1950 waren er in Beselare nog vijf grote Duitse begraafplaatsen. De doden zijn toen opgegraven en overgebracht naar Langemark en Menen. Tot op de dag van vandaag herinnert in Beselare niets meer aan het oorlogsleed van duizenden Duitse families, nu 90 jaar geleden.

Daarom werd op 11 november bij het gemeentelijk oorlogsmonument een originele grafsteen teruggeplaatst. Het gaat om het graf van Leutnant der Reserve Gaede, bij Beselare gevallen op 3 januari 1918.

 

Van Beselare naar het westen gereden doemt Polygoon Wood op. Aan de oude Kortrijkstraat vlak bij het bos staat dit eenvoudig monument voor Sergeant Henry James Nicholas. In december 1917, in de nasleep van de slag om Passendale, veroverde Nicholas vrijwel in zijn eentje een mitrailleurpost, waarvoor hij het Victoria Cross ontving. Nicholas overleefde het, maar sneuvelde een paar maanden later bij Vertigneul.

De eenvoudige plaque op het monument herinnert aan de daden van de Nieuw-Zeelander.

 

-V-

Terug naar top