Vlaanderen in beeld (Ieper) (10)
ten westen/zuiden van Ieper; Van Wervik via Dadizele, Moorsele, Menen en Bissegem naar Kortrijk

 

Klik op de foto voor een vergroting

Het Deutscher Soldatenfriedhof Wervicq-Sud is een militaire begraafplaats in de Franse gemeente Zuid-Wervik. Er rusten 2.498 Duitse soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. De begraafplaats ligt anderhalve kilometer ten zuidwesten van het dorpscentrum. De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan. Kruisjes duiden er de graven aan, met uitzondering van 13 joodse graven. Daarnaast worden 60 groepsgraven aangeduid met een platte grafsteen. Het is een begraafplaats van de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge.

Wervik lag tijdens de oorlog nabij het Westfront. Veel Duitse soldaten sneuvelden vlakbij in België aan de Ieperboog en in het Heuvelland. Fransen begonnen na de oorlog in 1921 met de aanleg van de begraafplaats. Men bracht er de gesneuvelden over die tijdens de oorlog waren bijgezet in het parkdomein Dalle-Dumont in het centrum van Zuid-Wervik, aangevuld met doden uit de omliggende gemeenten. Ook op het eind van de jaren 50 werden verschillende graven uit talrijke andere begraafplaatsen naar Wervik overgebracht

Dadizele New British Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Dadizele, een deelgemeente van Moorslede. De begraafplaats wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Er worden 1029 doden herdacht, waarvan 158 niet geïdentificeerd. De begraafplaats is ontworpen door Charles Holden en heeft een oppervlakte van ongeveer 4100 m². De begraafplaats ligt aan de westelijke rand van het dorpscentrum, net ten westen van de gemeentelijke begraafplaats, waarop zich nog eens 29 Britse graven bevinden. Aan de oostkant staat de Stone of Remembrance, in de noordwesthoek het Cross of Sacrifice. Aan de zuidkant bevindt zich een betonnen Duitse bunker en mitrailleurspost.

Dadizele lag tijdens de oorlog in de Duitse bezettingszone. Pas eind september werd het dorp heroverd, wat gepaard ging men zware gevechten ter hoogte van Hill 41, ten zuiden van het dorp. De begraafplaats werd aangelegd na het einde van de oorlog, als uitbreiding op de gemeentelijke begraafplaats. Er liggen enkele doden uit 1914, maar de meesten sneuvelden in 1918. Er werden gesneuvelden overgebracht uit de omliggende slagvelden en uit een aantal kleine ontruimde begraafplaatsen, namelijk Molenhoek Military Cemetery uit Beselare, Mansard Farm Cemetery en Railway Crossing Cemetery uit Dadizele, Deerlyck German Cemetery uit Deerlijk, Terhand German Cemetery uit Geluwe, Black Watch Cemetery en Townsend Farm Cemetery uit Ledegem en Waterdamhoek German Cemetery uit Moorslede.

Er liggen nu 1008 Britten (waarvan 156 niet geïdentificeerd) en 21 Canadezen (waarvan 2 niet geïdentificeerd). Voor 10 doden werden speciale herdenkingsstenen (Special Memorials) opgericht. Van zeven van hen weet men dat ze ergens onder een naamloos graf liggen en de 3 anderen lagen oorspronkelijk op een Duitse begraafplaats maar hun graf werd niet meer teruggevonden.

Verwijsbord naar Moorsele Military Cemetery, midden in een woonwijk van Moorsele.

Het kerkhof is gelegen achter het klooster van de H. Familie (nu middelbare school). Het klooster werd vanaf 1914 door de Duitsers als ziekenhuis gebruikt en vanaf 1915 begon de aanleg van het kerkhof. In oktober 1918 namen Britse en Australische troepen het ziekenhuis over. Er liggen 143 mensen begraven, hoofdzakelijk militairen uit het Verenigd Koninkrijk, 8 Canadese soldaten en 1 Franse burger.

Op het einde van de Kruisstraat, ligt deels op grondgebied Wevelgem, deels op grondgebied Menen het 'Deutscher Soldatenfriedhof 1914-18'. Op dit kerkhof liggen 47.864 Duitse militairen begraven. Temidden van het plantsoen staat een achthoekig mausoleum als herdenkingskapel. Omgeven door eiken, kastanjebomen, rododendrons en ligusters is deze sobere begraafplaats een indrukwekkende oase van rust en bezinning.

Op deze militaire begraafplaats rusten er officieel 48.049 Duitse militairen (aan de muur van het ingangsgebouw wordt verkeerdelijk het aantal 47.864 opgegeven). In vergelijking met andere soortgelijke kerkhoven liggen er op deze plaats haast geen onbekende militairen, m.a.w. bijna iedereen die in Menen-Wevelgem begraven ligt, werd voordien geïdentificeerd.

De Duitse begraafplaats in Menen is een oase van rust, omgeven door een waardevol landschappelijk gebied. De begraafplaats is één van de grootste Duitse militaire kerkhoven en blijft een tastbare getuigenis van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Menen vanaf oktober 1914 tot half 1918 bezet door Duitse troepen. Door zijn geografische ligging lag deze stad slechts op een “boogscheut” van het Westelijke front. Menen werd ingericht om te voldoen aan de noden van de Duitse frontsoldaten met een uitgebouwde militaire infrastructuur. Uiteraard hadden de Duitsers ook nood aan veldhospitalen om hun gewonden te verzorgen. Ook gewonde krijgsgevangenen werden erin opgenomen. In Menen werden er meerdere soortgelijke hospitalen opgericht (o.m. in het college). Sommige gewonden die in één of ander Meense veldhospitaal overleden, werden tot in 1917 begraven op de stedelijke begraafplaats (achter het station).

Nog in de loop van 1917, vooral als gevolg van de 3e Slag om Ieper, begonnen de Duitsers in de Groenestraat, op de grens Menen-Wevelgem, met de inrichting van een nieuwe dodenakker. Voorbeelden van de grafstenen zijn hier te zien. Deze nieuwe begraafplaats kreeg de naam “Ehrenfriedhof Meenen Wald N° 62”. De duiding “Wald” wijst op het feit dat deze site zich situeerde vlakbij een uitgedund bos, vandaar dan ook deze geografische omschrijving.

Vanuit de voorplaats loopt een geplaveide weg naar de achthoekige, robuuste herdenkingskapel, die zich te midden van het plantsoen situeert.

Het interieur van deze kapel bestaat uit één gewelfde ruimte, die in het midden gedragen wordt door een steunpilaar met neo-byzantijnse en neo-romaanse motieven. De wanden zijn met bladgoud (cfr. symbolen uit het testament) en mozaïek bekleed rondom de kapel treft men de 8 zerken aan met daarop de namen van de 53 verdwenen begraafplaatsen van waaruit men Duitse gesneuvelden naar Menen-Wevelgem bracht.

. Twee metalen schrijnen bevatten de perkamenten boeken met de namen van al de gestorvenen die te Menen-Wevelgem begraven liggen.

Bissegem Communal Cemetery bevat 25 gesneuvelden uit de Grote Oorlog, allen uit oktober 1918 toen de geallieerde opmars begon.

Kortrijk was bijna de hele oorlog in Duitse handen. De Stedelijke Begraafplaats werd intens gebruikt en uitgebreid door de Duitsers, vooral na het geallieerd bombardement van het spoorwegknooppunt in april 1915, waarbij veel slachtoffers vielen. In oktober 1918 werd de stad ingenomen door het 12th Royal Irish Rifles. Het veldhospitaal n° 44 ( Casualty Clearing Station) verbleef voor een week in Kortrijk en werd daarna gedurende acht maanden opgevolgd door het veldhospitaal n° 62. Zij creëerden in het noordwestelijk deel van de begraafplaats een perk waar zij de gesneuvelde Britten begroeven. Na de wapenstilstand werd dit perk uitgebreid met slachtoffers uit de Duitse perken en La Madeleine Cemetery. Van de 221 slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog zijn er 11 die niet meer geïdentificeerd konden worden. Er liggen nu 202 Britten, 4 Canadezen, 5 Zuid-Afrikanen, 1 Australiër, 1 Nieuw-Zeelander en 8 Chinezen (van het Chinese Labour Corps). Voor 31 doden die stierven in 1914 en 1915 werden Special Memorials[1] opgericht. Zij waren begraven in de Duitse perken maar hun lichamen werden niet meer teruggevonden. Deze grafzerken staan rondom het Cross of Sacrifice.

Franse graven uit 1918, voorzien van een imitatie Cross of Sacrifice.

Opvallende Chinese graven (CLC), en een zeldzaam graf van een soldaat van het Cape coloured Labor Regiment. Ik vond deze info:

A Dominion Unit raised by the British Authorities in the Union of South Africa: Unlike the South African Native Labour Corps these men were enlisted soldiers. The Battalion, commanded by white South African officers, arrived in France in September 1916. As enlisted men they remained after the Armistice on general salvage work and horse demobilisation and were not repatriated to July 1919.

De Newfoundland Memorials zijn een aantal oorlogsmonumenten voor gesneuvelden uit Newfoundland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er staan vijf gelijkaardige monumenten in West-Europa, vier in Frankrijk en een in België: dit exemplaar in Kortrijk.

De monumenten tonen een bronzen kariboe, het symbool van het Newfoundland Regiment dat aan het Westfront streed tijdens de Eerste Wereldoorlog. De kariboes staan op een heuvel en kijken uit over de omgeving. Ze zijn een ontwerp van de Britse kunstenaar Basil Gotto en werden ingewijd halverwege de jaren 20. In 1928 werd ook in Newfoundland zelf een replica onthuld in Bowring Park in St. John's. De monumenten worden onderhouden door het Veterans Affairs Canada.

Newfoundland was tussen 1907 en 1949 een aparte Britse 'dominion'. Het had geen eigen leger in 1914. Bij het uitbreken van de oorlog werd een 'Newfoundland Regiment' opgericht. Hierin dienden in totaal zo'n 6500 man..

In september 1918 namen ze als onderdeel van de Britse 9de divisie deel aan het Geallieerde Bevrijdingsoffensief. Gedurende een maand dreven ze mede de Duitse troepen achteruit over Dadizele, Ledegem, Bavikhove en Deerlijk tot Ingooigem, waar voor hen op 27 oktober 1918 hun actieve deelname aan de Eerste Wereldoorlog eindigde. Na een korte deelname aan de bezetting van de Rijn keerden de manschappen terug naar huis en werd het regiment ontbonden.

 

-V-

Terug naar top