In den beginne
De Tweede Wereldoorlog had mij al van jongs af aan in
zijn greep. Ik kende de campagnes, noemde de generaals en herkende vrijwel
alle materieel dat is gebruikt.
Jarenlang las en keek ik me al door stapels boeken en films, ik bezocht slagvelden
en wist me een verdienstelijk amateur. Maar steeds meer werd duidelijk dat ik
me op het laatste hoofdstuk in het geschiedenisboek oriënteerde; niet op het
eerste.
De Tweede Wereldoorlog had een fundament dat ik tot begin deze eeuw over het
hoofd zag. De wortels, de echte schade, liggen in de jaren 1910-1920, en soms
zelfs al daarvoor.
De bulk van de Europese brandhaarden in de 20ste eeuw vindt hier haar
oorsprong: de Balkan, het Midden-Oosten, het Oostblok, het communisme...maar
ook gelouterde zaken als vrouwenemancipatie, een versnelde ontwikkeling van
techniek zoals in de luchtvaart en de gezondheidszorg.
De jaren dertig bleken nog onvoldoende aanknopingspunt- ik moest verder
terug; ik moest beginnen bij het eerste hoofdstuk, terwijl ik het laatste al
had gelezen.
Terug naar de eeuwwisseling.
|
Britse
grafsteen in het Somme-gebied
|
Lezen en beelden
In 2000 ben ik begonnen met
lezen. Het blijkt dat er een groot aantal (heruitgebrachte) boeken bestaat
over ´14-´18. Een plank wordt ingeruimd; de speurtocht kan beginnen.
Lyn MacDonald beschrijft mn. het Britse aandeel op treffende wijze in een
hele serie in het Nederlands vertaalde boeken. John Keegan levert een
volledig overzicht, Winston Groom is auteur van het beeldende "Storm
over Vlaanderen" en Alistair Horne´s "De prijs van de eer" is
wellicht het beste wat over Verdun te krijgen is.
Spoedig staan er tientallen werken in de kast, Franstalig, Engels, Duits-
thema's, literatuur, fotoboeken, import, tweedehansjes.
Zelfs de bescheiden Nederlandse bijdrage aan deze fase in de geschiedenis
kreeg onlangs nog een kwalitatieve push met Paul Moeyes´"Buiten schot",
waarin Neerlands neutraliteit wordt geschetst.
Het tijdsbeeld krijgt verder handen en voeten met het praktische en goed
leesbare reisgidsen zoals "Velden van weleer" van de Nederlanders
Chrisje en Kees Brants. De combinatie van de geschiedkundige en de
actuele beschrijving van het westelijk front is prettig, praktisch en
herkenbaar voor zowel de beginnende als de gevorderde de frontbezoeker.
De genoemde titels worden aangevuld met historisch materiaal, zoals de serie
"Op leven en dood" van van der Staal, een reeks boeken die nog
tijdens de oorlog werden uitgegeven, en vele Dvd's, zoals de magistrale
BBC-serie uit 1962.
|
Terugkerende symbolen op Britse begraafplaatsen
|
Verder dan lezen
Tijdens het lezen van deze en een hele serie andere boeken
ontstaat de behoefte aan oriëntatie. Waar ligt de IJzer precies? waar vind ik
le Hamel en in welk landschap voltrok zich het wonder van de Marne? Een
Bosatlas blijkt te mager, kaarten op een schaal van 1:300.000 blijken te
grof.
De oplossing vind ik in een kaartenwinkel in de stad: de door IGN uitgegeven
reeks 1:100.000 kaarten (1 cm = 1 km) blijkt goed te voldoen naast de
geschiedenisboeken, gecombineerd met de ongeëvenaarde werken van Major en mrs.
Holt.
Met de kaarten voortdurend onder handbereik, krijg ik een gedetailleerd beeld
van de frontlinies in het westen. Daarnaast lees ik veel over andere
gebeurtenissen tussen 1910 en 1920; De roemruchte rooftochten van de kruiser
Emden, het bloedbad van Gallipoli, het verhaal van Lawrence of Arabia,
biografieën van Churchill (die als politicus én soldaat acteerde) Rommel en
Patton (die in 1918 samen met MacArthur bij St.Mihiel vocht)- kortom: een
wilde variatie.
Na een ziekbed besluit ik me medio 2004 te gaan voorbereiden op het zelf
ontdekken van het Westelijk front tussen de Belgische kust en de Zwitserse
grens.
Al meteen zijn twee dingen helder:
Dit is een project voor meerdere jaren, en de voorbereidingen moeten
zeer goed zijn om zo economisch en verantwoord mogelijk te kunnen verkennen.
De laatste maanden van 2004 begin ik websites en historische kaarten te
verzamelen. De kaarten wil ik gebruiken om tijdens de reizen een vergelijk te
kunnen maken tussen toen en nu.
De hoeveelheid websites blijkt enorm: binnen enkele weken heb ik een
favorietenlijst met honderden bronnen, waaronder musea, verenigingen,
amateurs en historische genootschappen.
|
Kerkraam in een herdenkingskapel bij Peronne
|
Gaan zien en beleven
In 2005 plan ik de eerste reis naar de frontlijn.
De uitdaging is de balans: hoeveel tijd, hoeveel geld en energie steek je in
een reis om toch een goede indruk te krijgen? Sommige mensen hebben een
levensvervulling gemaakt van wat voor mij een liefhebberij is.
Duidelijk is wel, dat alleen per auto voldoende flexibiliteit bestaat om de
1500 km lange frontlijn te verkennen.
Duidelijk is ook dat opknippen in meerdere reizen en over meerdere jaren de
mogelijkheid biedt om beter voor te bereiden en specifieker in te lezen.
Voor het reizen moeten veel keuzes worden gemaakt.
Welke periode is gunstig? waar en hoe kan ik overnachten? hoe kan ik onderweg
historische en actuele kaarten vergelijken? hoe kan ik als enthousiast
fotograaf het beste met alle materiaal omgaan? Hoeveel tijd moet waar worden
besteed?
Uiteindelijk krijgt het plan vorm. September en mei geven de beste kans op
rust, lange dagen en goed weer.
Frankrijk is gezegend met een groot aantal goedkope hotels, zoals Formule 1
en Campagnile. Voor 30 euro per nacht betekent dat rust in een relatief verzorgde
omgeving.
Ik plastificeer een enorme hoeveelheid historische kaarten zodat ik ze in- en
buiten de auto kan gebruiken.
|
Beeldje in het Grande Guerre-museum in Peronne
|
- V-
Terug naar top
|