Butte
de Montsec, 07.00 uur
|
Mei 2014: De Saint Mihiel Saillant
Op de dag van de arbeid landen we in Torgny, net iets boven de slagvelden van
Verdun. Een heerlijk dorpje met een prima hotel-restaurant in een oude
boerderij.
Op de rol staan vijf volle dagen in de saillant tussen Verdun en
Pont-a-Mousson, het fraaie gebied tussen Maas en Moezel. Deze tijd hebben we
hard nodig. Veel bestemmingen zijn per auto niet te bereiken en dat betekent
veel klimmen en wandelen. De donderdagmorgen is mistig en we rijden vrijwel
zonder zicht Frankrijk in. Gelukkig klaart het snel op. Langs Duitse
begraafplaatsen rijden we het slagveld van Verdun op, brengen een kort bezoek
aan het ossuaire, en vinden in de oude vestingstad nog een aantal
gebrandschilderde ramen. Een goed begin.
De saillant heb ik 8 jaar geleden bezocht, een koude en vochtige ervaring.
Dit keer is die ervaring totaal anders, zonnig, en het rijdt als een
vakantiestreek. Het jonge groen maakt de omgeving prachtig, het koolzaad
kleurt de omgeving geel en de Maas is een vriendelijke stroom die de route
voor de eerste dag bepaalt. We bekijken forten, ouvrages, monumenten en Saint
Mihiel zelf voordat we afslaan naar ons hotel in Heudicourt, wat een culinair
pareltje blijkt te zijn. Dag 2 besteden we aan de westelijke flank, van
Marbotte en haar macabere kerkje tot aan de nu doodstille Les Eparges, met
haar kraters en magnifieke uitzichtpunt. Dat het kan spoken in de saillant
weet ik, maar als we die zaterdag moeten krabben om 7 uur in de morgen is dat
een onprettige verrassing. Het Amerikaanse offensief staat op dag 3 centraal
en zoals gebruikelijk is er nadrukkelijk veel Amerikaans monumentgeweld. Dag
4 is voor de oostoever, Bois de Prêtre en de villages détruits. Dag 5 is voor
de lange wandelingen, op zoek naar enkele in de uitgebreide bossen verscholen
monumentjes. We vinden alles, dank zij grondige voorbereiding en goed weer.
2nd US division
bolder: de witte keien geven de route aan..
|
Ik moet mijn blik op de saillant herzien. De uitgestrekte vlakte, omringd met
imposante hoogten is charmant, levendig en heerlijk groen en geel. De
mistige, natte dagen van toen zijn vervangen door vijf fraaie, frisse dagen
nu. De dorpjes zijn gastvrij, we krijgen alle hulp die we nodig hebben, eten
en overnachten zijn een feest en de reis is meer dan geslaagd. 2100 foto's en
de zomer kan niet stuk. Bij Antwerpen staan we vijf kwartier in de file, maar
het feest kan niet kapot. Mission accomplished.
oktober 2014: Argonne
Om eind oktober,
begin november de Argonne in te rijden in een cabrio is doorgaans vragen om
moeilijkheden. Helaas kon het even niet anders; het werk bood geen eerdere gelegenheid.
Dus twee hotelletjes geboekt nabij Sedan en in Aprémont en rustig het weer
scannen. Welnu: de zomer was er niets bij. de warmste novemberdag van de eeuw
en drie van de vier dagen de zon, de ideale omstandigheden!
Wel erg modderig, wat de vele kronkelweggetjes in de streek gevaarlijk maakt.
De boeren rijden af en aan met ploegen, zaden en aardappelen, dus elke bocht
is link. Maar wat een oogverblindende schoonheid, wat een kleuren en wat is
er veel te zien...het was al bijna acht jaar geleden dat ik hier rondreed.
Monument
87me Brigade d’Infanterie in Cesse
|
Veel veranderd ook, want het toerisme en 100 jaar grote oorlog zijn nu
overal. Mooie uitlegborden, parkeerplaatsen, educatieve programma's...de
Argonne heeft het. Heden ten dage is er een heuse sergeant York route, een
1914-route, zijn monumenten keurig aangegeven, worden op veel plekken kampen
en loopgraven herbouwd en is vrijwel alles opgeknapt. Opvallend genoeg zijn
de Amerikaanse divisie-markers soms in verval, maar dat zal aan de gemeente
liggen waarin de veelvuldig opduikende obelisken, pilaren en adelaars zijn
geplaatst.
Een ander fenomeen in de Argonne is de kris kras door elkaar lopende geschiedenis.
1870, 1914, 1918, 1944; deze streek heeft erg veel meegemaakt.
Mijn route begint in Sedan, waar Pershing in 1918 door de wapenstilstand werd
tegengehouden na een moeizame tocht door de Argonne-bossen. Langs de Maas
wisselen alle oorlogsjaren elkaar af. De passage van deze rivier is altijd
een bloedige aangelegenheid geweest.
Verder naar het zuiden doemen de beruchte linies van de Argonne op. Op de
Franse Nécropoles overheerst het rampjaar 1915, toen Joffre de doorbraak in
de Champagne en Argonne wilde forceren. De dichte wouden verbergen linies,
bunkers en kampen waar Fransen en Duitsers vochten of rustten.
De vierenhalve dag
zijn wonderbaarlijk. Indian Summer op 3 uur rijden. Prachtige taferelen op
deze korte dagen, met laag staande zon en de uitbundige herfst als setting.
En wie zegt dat Fransen knorrig zijn? Als ik de MX rotsvast in een greppel
rijd bij Luzy st. Martin, zit de eerste Fransman die ik spreek binnen vijf
minuten op zijn John Deere en trekt hij me los. Kosten? Doe niet zo gek! Koffie
en even kletsen!
316th
Infantry monument op Côte 304, la grande Montagne
|
Een kerk met mooie vensters die dicht zit? De jeugd van Brandeville raced met
mountainbikes naar de burgemeester en terug met de sleutel. Lol! En de twee
hotelletjes zijn ook nog eens heerlijk. In Aprémont slaap ik voor 50 euro en
dineer ik voor 10 euro. Het kan nog.
In de Argonne.
Op de laatste dag in de avond begint het te regenen. Ik koers al richting
grens. Wereldtrip!
|