2010: België

Eind 2009 verdiep ik me eindelijk in België, na er 5 jaar lang doorheen te zijn gereden op weg naar de frontlijn. 
De hoeveelheid digitale en papieren informatie is geweldig. Mede daardoor besluit ik in 1914 en aan de oostgrens te beginnen. "Luik, augustus 1914. Zoektocht naar een vergeten slag" door Drs.Jules Brabers en drs. Rob Lemmens is net uit en vormt een prima naslagwerk voor een eerste reis, die voor de lente gepland staat. 
Luik was een hindernis van betekenis voor de Duitse legers die binnen enkele weken Parijs dienden te bereiken. De 12 strategisch gelegen forten rond de stad hielden slechts enkele dagen stand, maar voor de afloop van de Grote Oorlog zouden die van cruciaal belang zijn. 

Voor die tijd echter dient zich spontaan een briljant pinksterweekeinde aan en besluiten we samen naar de Westhoek te rijden. Ik weet dat ik nog veel plekjes niet op de site heb staan en zij is sinds vorig jaar, toen we door Ieper reden terug van vakantie geboeid door die vreemde Britse stad. 

We koersen op Nieuwpoort en starten bij de sluizen. 5 Jaar geleden begon ik hier mijn ontdekkingstocht. In die tussentijd heb ik zo veel gezien, gefotografeerd en gelezen dat het een eeuwigheid geleden lijkt. Langs de spoordijk bij Ramskapelle zijn enkele dug-outs nagebouwd, compleet met betonnen zandzakken. Er wordt nog steeds aan de erfenis gewerkt, de geschiedenis is niet af. 
De hele regio is razend druk Langemark, Essex Farm, De Brooding soldier, Tyne Cot en Ieper zelf ontvangen bussen vol met schoolklassen, ouden van dagen, spoorzoekers, hobbyisten zoals ik. Het lijkt elk jaar drukker te worden onder de Meense poort. Om half acht is er nauwelijks plaats meer. 

Maar daar omheen is de Westhoek nog altijd die typische stilte en schoonheid, waar de ellende jarenlang een hoofdrol had. Het is een land van uitersten, van de velden vol marmeren stenen naar een goed terras, van een herdenking in stilte naar de Bourgondisch gevulde dis. 
Drie dagen rijden we rond met het dak naar beneden in stralend weer en overdenken de ervaringen in de kasteeltuin van Zonnebeke, op de treden van het Australische monument in Polygoon Wood, bij de kerk van Passendale en in het schone Diksmuide. 

Een dag na Pinksteren zakt de temperatuur en regent het. Mooie en vreemde dagen. 



Augustus 2010: Luik en omstreken

Een paar weekends in het jaar vallen de openingstijden van forten rond Luik gunstig. Dat wil zeggen dat voor de rest van het jaar vrijwel geen enkele samenhang te vinden is in de wirwar van tijden, dagen en voorwaarden. Er moet een waar Excel-bestand aan te pas komen om uit te rekenen dat in augustus het tij gunstig is. Dus weken na mijn kennismaking met België in den Grooten Oorlog reis ik af naar Luik.

Die stad heeft geen goede naam. Het imago van industrie, verval en vervuiling heeft haar decennia achtervolgd. Via Visé is het een steenworp naar de oude stad aan de Maas. Dat kenschetst Luik ook: snelwegen dwars door, rond, en onder de stad.
Eenmaal van het gladde asfalt begint een 4-daagse lijdensweg. De wegen van Luik zijn zonder uitzondering beroerd. Gaten, scheuren, kinderkopjes, putten...: het leven in een MX-5 is nauwelijks te harden als je hier op speurtocht bent. Veel wegen zijn bovendien afgesloten, maar er wordt, zo op het oog, nergens gewerkt.
En dan de weg vínden! De logica achter zoveel onlogisch eenrichtingsverkeer is ver te zoeken.

Genoeg over Luik zelf. Ik begin mijn speurtocht met het boekje van Lemmens en Brabers als leidraad.
Ik zoek mijn weg langs de twaalf forten ( na de Grote Oorlog werden het er 16). Net als in Nederland en Frankrijk zijn veel forten verworden tot speelplaatsen, schietbanen, industriegebieden en dergelijke. Het is onbetaalbaar geworden om deze militaire complexen te onderhouden.

Bij ieder fort is een monumentje te vinden, wat grif melding maakt van de twee Wereldoorlogen die de fortenring moest verduren. Veel forten liggen prachtig in het landschap om de stad. De vele heuvels en dalen maken het een aantrekkelijk gebied voor de automobilist. Het is een waar avontuur om de hellingen naar Wandre of Ougree te beklimmen!
 

Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: D:\website nieuw\dagboek35.jpg
Fort Chaudfontaine, Luik

Sommige forten zijn vrijwel nooit open, of een dag per maand. Het is allemaal vrijwilligerswerk en dat is veeleisend. De openingstijden van de forten verschillen net zoveel als de forten zelf. In Flémalle bijvoorbeeld ben ik de enige als ik op zaterdag om 10 uur de poort binnen rijd. De gids, een stoere Belg in camouflagepak, is opgewekt en haalt de schouders op. Ach, zo gaat dat. Met evenveel verve brengt hij zijn verhaal. Het fort is nat, koud en authentiek.
In Lantin wordt met automatische telefoons gewerkt, die een verhaal in het Nederlands vertellen als je een ruimte binnenloopt. De gastvrouw kan helaas niet op normale gesprekstoon communiceren maar doet erg haar best. Lantin is keurig opgeruimd en geschilderd.
Loncin is zelfs professioneel vormgegeven. Een klein maar prachtig museum met enthousiaste gidsen die de moderne maquettes gebruiken om de droeve geschiedenis van Loncin te vertellen.  Loncin is het boegbeeld van de fortenring; beschoten door Dikke Bertha, massagraf, hoofdkwartier van de angstige generaal Leman. Ieder fort zijn verhaal, zijn tragiek, zijn oorlogen.

In de stad Luik bevindt zich het geallieerdenmonument van België. Luik, dat heldhaftig tien dagen standhield (en dat veel langer had gekund als Leman zijn troepen niet had teruggetrokken op de linkeroever) werd uitverkoren als locatie. De lelijke toren is netjes opgeknapt na decennia van verval. De bijbehorende basiliek is een bouwval. Het terrein, vol monumenten, is een vuilnisbelt.

Cimetière de Robermont in Luik en cimetière de Rhees in Herstal zijn historisch de belangrijkste algemene begraafplaatsen. Robermont heeft een militair veld dat sterk lijkt op een groot voetbalveld. Er op en er omheen staan de plots. Serven, Italianen, Russen, veel Belgen. Het is een chaos. Alles hier is in verval en behoeft dringend onderhoud. 1 klein plotje is perfect geknipt en bijgehouden: de Britten weten hoe het moet...
Rhees is al net zo'n bende. Drie mannen in overalls kijken een uur lang met belangstelling naar de Nederlander die de monumenten vastlegt. Ze zijn er denk ik voor onderhoud wat op het oog al jaren niet meer wordt gedaan.
De militaire begraafplaatsen zoals Boncelles en Wandre zijn overigens keurig. Ander ministerie.

Luik is oude glorie. Haar ultramoderne treinstation steekt schril af tegen alle bouwval, afval en verval. Hoe mooi het weer ook is, je komt niet voor je plezier in Luik. Na 4 dagen rijd ik opgelucht terug langs een voorbeeldige parel aan de Maas; Maastricht!

 

Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: D:\website nieuw\dagboek36.jpg
Cimetière d ‘Ougree

september 2010: De Ardennen

september geeft gelegenheid voor nog 1 tripje. Het weer houdt niet over, maar het voorjaar van 2011 is nog zo ver weg... Ik lees al een tijdje Terence Zuber's verhaal van de slag in de Ardennen, onderdeel van de slag aan de grenzen. Niet alleen in Lorraine kregen de Fransen een pak slaag: over de hele noordelijke linie (tot aan Charleroi) bleken de Duitsers beter getraind en uitgerust. Tussen Longwy en Dinant drongen de rode broeken en blauwe jassen aan; de feldgrauen sloegen hen terug.
Benieuwd of slechts een week vechten veel herinneringen heeft achtergelaten. Per slot van rekening was dit zo'n gelegenheid voor de twee machtigste legers van hun tijd om de krachten te meten.

Ik word niet teleurgesteld. Tijdens de zomermaanden stapelen zich de monumenten en begraafplaatsen op; steeds meer pijlen verschijnen op mijn stafkaarten. Eerst verken ik het Bassin de Longwy, wat van Audun tot Virton dagenlang in brand stond. Een aardige, landelijke streek met veel gemengde begraafplaatsen.

Daarna is het tijd voor het grensgebied tussen België en Frankrijk. Daar doemen bekende namen uit de voorbereidingen op; Ethe, Gorcy, Rossignol. Ridderlijke slagen, nauwelijks loopgraven, kanongebulder. Inderhaast aangerukte Duitse regimenten die de felgekleurde Franse regimenten verrassen. Groene heuvels, donkere bossen en kleine dorpjes; veel verschil met 1914 zal er niet zijn geweest!
Via de prachtige wouden rond Suxy, waar de Fransen doorheen trokken terug naar het zuiden, verslagen bij Neufchateau, verken ik Bertrix, Paliseul en Neufchateau zelf, waar slagen plaatsvonden op de hellingen ten westen van de stad.
 

Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: D:\website nieuw\dagboek37.jpg
De begraafplaats van Neufchateau, met Franse en Duitse graven uit augustus 1914

Mooie begraafplaatsen, goed onderhouden en vrijwel allemaal voorzien van Franse en Duitse graven. Persoonlijke monumentjes in een bosrand. De enorme afstanden die de infanteristen te voet aflegden. Verkenners met lansen, glimmende helmen en briesende paarden. Piekhelmen met stoffen camouflage. Veel doden onder de burgerbevolking; de moord op 117 inwoners van Rossignol. Onder aan de spoorovergang van Arlon staat een vergeten monument, uiteindelijk aangewezen door een stokoude bewoner die zijn hondje meesleept.

De hele streek is destijds getroffen door een oorlogswervelwind, die na enkele dagen ging liggen. 4 lange oorlogsjaren in de ertsrijke streek zouden volgen.
Op de terugweg doe ik Bastogne en enkele dorpjes aan richting Maastricht. De Ardennen liggen er prachtig bij; natuurlijk zijn toeristen in de meerderheid.

- U-

Home