Cambrai-St. Quentin in beeld (9)
van Riqueval via Bellenglise, Francilly Selency, st. Quintin en Guise naar Landrecies.

 

 

Klik op de foto voor een vergroting

Bij het bord voor de tunnel, aangeduid als Grand Souterrain, staat een gedenkzuil voor de 59ste en 60ste Brigades van de Amerikaanse 30ste Divisie die op 29 september 1918 door de Hindenburg-linie braken. Op de achtergrond de toegang tot de Touage de Riqueval.

Het uitzicht vanaf de plek van het monument: Dit is de roemruchte Touage de Riqueval. De in 1810 door Napoleon geopende deels ondergrondse waterweg was een enorm obstakel tijdens de geallieerde aanval.

Een klein monumentje van de WFA flankeert een bunker naast de Pont de Riqueval. De tekst op het monumentje luidt:

 

Twee opnamen van de passage van het Canal de st. Quentin bij Riqueval. De Duitsers gebruikten deze bomvrije tunnel als ziekenhuis en schuilplaats, en hadden een muur in de tunnel gebouwd zodat deze makkelijk te verdedigen was.

Een zeker zo belangrijke rol in de aanval op de Hindenburglinie hadden de onverschrokken Australiërs, die op een plaque op het gemeentehuis van Bellenglise worden herdacht, twee kilometer zuidelijk van Bellicourt.

Op een heuvel ten westen van Bellenglise is het monument voor de Australische 4de divisie opgericht. Het is moeilijk te bereiken en is in de ogen van velen geen geschikte plek om de rol van de troepen van generaal Monash voldoende duidelijk te maken.

De tekst op het Australische monument.

De kleine cimetière militaire Francaise van Bellenglise bevat graven van de 87ste en 287ste RI en het 10e RIT. Deze eenheden kregen op 28 augustus 1914 zware Duitse tegenstand te verduren en trokken zich terug uit wat nu de slag om Bellenglise heet.

Het verhaal achter het graf van 4 Russen op cimetière militaire Francaise van Bellenglise zal wel altijd een raadsel blijven.

Verwijsbordje naar 46th North Midlands Division Memorial aan de D1044 ten noordoosten van Bellenglise.

Het 46th North Midlands Division Memorial. Op 29 september brak de divisie de Hindenburglinie, veroverde 70 kanonnen en nam 4000 Duitsers krijgsgevangen.

Op het monument wordt onder meer herinnerd aan de slag om Loos en andere slagvelden van de divisie.

Het Manchester Regiment veroverde een Duitse artilleriebatterij in april 1917 nabij Francilly Selency. Een bescheiden monumentje bij de kerk gedenkt de veldslagen waar de Manchesters bij betrokken waren.

Nécropole nationale de Saint-Quentin, rustplaats van ruim 5000 Franse militairen uit verschillende oorlogsjaren.

Een klein ossuaire op Nécropole nationale de Saint-Quentin waar 1319 rusten.

Graf van soldaat Berthon.

De officiële entree van Nécropole nationale de Saint-Quentin

8229 soldaten liggen op de Duitse begraafplaats van st. Quentin

Het monument op de begraafplaats heeft als opschrift - "morts pour leur patrie" en de beelden werden gemaakt door Wilhelm Wandschneider Op de achterwand staat de tekst "Requiescant in pace mortui hic pro patria 1914–1918".

Ook de tekst op de plaques onder de standbeelden slaat op beide nationaliteiten: Frans en Duits.

Aan de Rue de Vermand hangt aan de poort van het lyceum een plaque voor twee gesneuvelde oprichters.

Bouyenval en Blondelle overleefden de oorlog niet.

Aan het Lycee Henri Martin op de Place Edouard Branly hangt deze fraaie plaque die een van de conferenties op het Britse hoofdkwartier van destijds herdenkt, in de aanloop naar de slag om de Marne.

De plaque heeft een prominente plek naast de hoofdingang.

Het gemeentehuis van St. Quentin is prachtig gerestaureerd.

In de hal van de voormalige entree hangt naast de lijst met oorlogsslachtoffers een plaque die de bevrijders van het 36me Corps en haar generaals Nollet en Debeney eert.

De cimetiere du Nord is geweldig groot. Ze bevat een plot Franse graven uit 1914.

Gelukkig toont een Franse driekleur de weg in het doolhof van graven.

Deel van de plot met een eerbetoon van drie regimenten.

Het station van St. Quentin tijdens de renovatie van juli 2016.

In de hal aan de buitenwand hangt een plaque die het spoorwegpersoneel herdenkt.

“Region de Saint Quentin”.

Brits graf op de cimetiere de Cité Cavenne, ten oosten van St. Quentin.

Franse plot op cimetiere de Cité Cavenne. Hier stammen veel graven uit 1918.

Ook hier gedenken de drie regimenten uit St. Quentin hun kameraden.

Verspreid over cimetiere de Cité Cavenne liggen meer graven van Franse soldaten. Velen hebben het opschrift “I lest mort pour que tu vives”.

Smeedijzeren grafkruis, neergelegd in het grint.

Koning Albert 1 van België wordt herdacht in st. Quentin.

De teksten luiden:

“Hommage au roi Albert 1er en commemoration du sacrifice heroique de la Belgieque au debut et pendant la guerre et en temoignage de reconnaissance envers la peuple Belge pour l’accueil fraternel qu’il a reserve aux evacues du departement de l’Aisne. Ce monument a ete eleve grace a la generosite des populations Francaises et Belges du departement le 12 juillet 1936”
De kogelgaten in het monument, afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog, zijn goed zichtbaar.

Het stadsmonument van st. Quentin is ronduit imposant. De zuilen onder het monument bevatten de namen van de gevallenen. De locatie, naast het Canal de st. Quentin, bevat meerdere monumenten.

Een opvallend monument van Souvenir Francaise werd 22 april 1995 onthuld. Het huldigt de soldaten en getuigt dat hun offer maakte dat Europa zich uiteindelijk verenigde.

 

Het symbool van Souvenir Francaise, wat op talloze monumenten en plaques te vinden is, siert de voorzijde van het monument.

Koning Alexander 1 van Joegoslavië streed mee tijdens de Grote Oorlog en zorgde voor een hecht koninkrijk in de jaren erna.

Prachtige reliëfs op het oorlogsmonument van St. Quentin.

Imposant monument voor de Franse 5e divisie van generaal Lanzerac en de slag om Guise (ook bekend onder de naam slag om St. Quentin)

Generaal Lanzerac bewees voor de eerste keer in de grote oorlog vrij overtuigend dat de Duitsers ook konden worden tegengehouden, ondanks het feit dat de Fransen zich moesten terugtrekken na de slag.

Bij monumenten horen begraafplaatsen. Duitse en Franse erevelden worden aangegeven.

La Pierre d’Haudroy geeft de plaats aan waar de Duitse delegatie zich begin november 1918 meldde aan de frontlijn om over een wapenstilstand te onderhandelen.

De delegatie onder leiding van Max van Baden werd vanaf Haudroy per trein naar Compiègne vervoerd.

Plaque op het monument met een beschrijving van de gebeurtenissen. Rechts het jaar, de datum en het tijdstip achter strijdbare handen.

Het staakt het vuren werd geblazen door trompetter Sellier, die ook in de Tweede Wereldoorlog actief was.

Gedenksteen voor de 25ste divisie van generaal Charles, die op 4 november 1918 hier het kanaal van Sambre naar Oise overstaken en Landrecies bevrijdden. Charles overleefde de oorlog om ook in de Tweede Wereldoorlog actief te zijn.

De steen met het hoofd van generaal Charles.

 

-V-

Terug naar top