Brussel (2)
Van Evere tot Brussel

 

Klik op de foto voor een vergroting

De twee silhouetten op het monument voor troepen der Afrikaanse veldtochten in Evere aan de Francois Rigasquare .

Eveneens in Evere aan de rustplaatslaan, is de oude begraafplaats te vinden, waar een statig monument de helden van 14-18 herdenkt.

De voet van het monument. 1940-1945 is zoals op alle monumenten later toegevoegd. De Belgische leeuw houdt de wacht.

De statige begraafplaats van Brussel bevat een schat aan gedenktekens en graven uit de Grote Oorlog. Dit monument gedenkt de gevallenen voor de (dienst)plichtigen van Brussel.

Een treurende vrouw domineert het grijze monument.

Centraal op het monument voor de gefusilleerde burgers van Brussel toont een mannenfiguur zijn ontblote borst aan het vuurpeloton, omringd door treurende omstanders.

Links en rechts van de beeldenpartij bevinden zich 18 graven en koperen afbeeldingen van de slachtoffers.

Een Duitse militaire begraafplaats is de volgende plot. Centraal staat deze tempelachtige constructie waarin een symbolisch altaar staat.

Op de dakranden zijn taferelen aangebracht. Deze toont de strijd in de loopgraven (een handgranaat werpende soldaat. Zijn makkers hebben een vreemd soort helm op)

Een ander tafereel schetst het dragen en verzorgen van de gewonden. Opvallend hierin is de hond onder de brancard.

De grafstenen bevatten meerdere namen op voor-en achterzijde. Alle oorlogsjaren zijn vertegenwoordigd.

Enigszins afzijdig staat de grafsteen van Ursula Brűckner, een zesjarig meisje dat in 1916 in Brussel stierf.

Een andere opvallende steen uit die tijd is voor kamerad Banze, gestorven in 1914. Verdere details ontbreken.

De Britse plot bevat vooral Canadese graven uit de Grote Oorlog. Het betreft de lichamen van door de Canadezen uit Duitsland gehaalde overleden krijgsgevangenen. Bijna alle stenen geven dan ook 1919 aan.

Voorbeeld van een Canadees graf op de voorts door gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog gevulde plot.

De Belgische oorlogsslachtoffers uit Brussel liggen op een door beton gedomineerde plot. Het heeft helaas meer weg van een antitankgracht dan van een ereveld. Aan de grote en grove poort die de ingang markeert is een beeldengroep te vinden die de bijna Oost-Europees aandoende plot nog het aanzien waard maakt.

De beeldengroep van M. Desmare, met een oude moeder op de hoek en enkele vrouwen en kinderfiguren.

Een symbolisch en zeldzaam toeval wil dat in de ontstane kieren van het grof grijze bouwwerk fris groen ontloken is.

Richtingsbord op de begraafplaats van Brussel, waar nog meer erevelden te vinden zijn uit andere oorlogen.

Voor de imposante ingang bouwt de middenstand traditiegetrouw aan de plaatselijke markt op de avenue du cimetière de Bruxelles.

Aan het Josaphatpark in de deelgemeente Schaarbeek, even ten westen van de begraafplaats, staat een groot monument voor het 1ste regiment karabiniers onder de bekende kolonel Bremer. Tijdens de Bevrijding op 22 november 1918 begeleiden de Karabiniers de Koninklijke Familie bij haar intreden in de straten van Brussel.

Plaque voor kolonel Bremer, omringd door de namen van zijn officieren en manschappen. Het ornament toont een bepakking en helm van de Karabiniers.

Deel van het dramatische oorlogsmonument van de deelgemeente St.Joost-ten-Node, vlak bij het Brusselse stadscentrum.

De tekst op het monument.

De straathoek waar een vrouwenfiguur het vaandel vasthoudt bij het lichaam van de gesneuvelde soldaat. Een dode leeuw completeert het drama. G. Charlier ontwierp het al in 1917.

Totaalbeeld en detail van het imposante graf van de onbekende soldaat aan de koningsstraat in hartje Brussel. Het goed onderhouden bouwwerk staat bol van symboliek; leeuwen, beelden die de grondwet, vrijheid van onderwijs, de vrijheid van eredienst, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van drukpers symboliseren en bovenop de 47 meter hoge kolom koning Leopold I.

Het graf van de onbekende soldaat voor de kolom. Op 10 november 1922 werd de Bruggeling en oorlogsinvalide (hij was blind uit de strijd gekomen) Raymond Haesebrouck naar het station gebracht. Generaal de Longueville vroeg aan de veteraan om één van de vijf kisten aan te duiden. Haesebrouck koos de vierde kist. Vanaf dan was dat het symbool voor al diegenen die zich opofferden voor het Belgische Vaderland en begraven liggen onder een naamloos kruis. De niet gekozen kisten werden herbegraven op het militair kerkhof van Brugge. (bron: Wikipedia)

Detail van de beeldengroep rond de kolom.

Op het Centraal station van Brussel in de centrale hal is dit grote monument ingericht, opgedragen aan de meer dan drieduizend spoorwegmedewerkers die in beide wereldoorlogen het leven lieten.

Een groot beeld van een spoorwegmedewerker, leunend op zijn gereedschap, symboliseert standvastigheid.

De beide flankerende beeldengroepen zijn overduidelijk geïnspireerd op de Tweede Wereldoorlog.

Aan de Dixmuidelaan van Brussel is een monument opgericht voor de gesneuvelden van de 9e en 29e linieregimenten. Beide regimenten waren actief rond Luik, in Antwerpen en aan de IJzer. Het beeld werd door Victor Voets ontworpen.

 

-V-

Terug naar top