Argonne in beeld(6)
Van la Harazee via Vienne le Chateau naar  het bois des Haies.

 

Klik op de foto voor een vergroting

Nécropole Nationale de la Harazee waar 1673 Fransen begraven zijn, waarvan 442 in ossuaires. - 1 672 soldats de la 1ère guerre mondiale dont 442 en ossuaire ; De ligging van de begraafplaats is prachtig; tegen de hellingen van het bois de la Guerie ten westen van het dorp la Harazee.

Het ritme van de Franse kruizen op Nécropole Nationale de la Harazee. Op de rechterfoto is gebruik gemaakt van oud stellingmateriaal om de schuur te bouwen.

Het ossuaire van Nécropole Nationale de la Harazee met 221 namen.

Vrijwel alle graven zijn van 1915, toen de slag om la haute Chevauchée volop woedde.

In St. Thomas en Argonne bevindt zich de Chapelle des Poilus. Soldaten van het 132me RIT bouwden de kapel toen ze hier in 1917 gelegerd waren. Brokstukken van de kerk en andere gebouwen dienden als materiaal. Het dak is van klassiek versterkingsmateriaal waar heden ten dage nog altijd veel van terug te vinden is. Soldaat en beeldhouwer Joseph Linden uit Dijon verzorgde de kroon op de kapel en verwerkte het wapen van de thuisstad van het regiment: Montauban.

De versierselen van de Chapelle des Poilus: een kruis met jaartal en regiment, en een voorstelling van St. Thomas.

De kapel is enigszins verstopt onder aan een talud tegenover de kerk aan de rue de lavoir.

Een eenvoudig bord verwijst naar de kapel.

De herbouwde kerk van St. Thomas en Argonne.

De 6e compagnie van het 128me RI rustte op 11 december 1914 uit onder deze boom. Een granaatinslag maakte 63 slachtoffers. Dit bloedige feit wordt op een plaque herdacht naast de boom, die de oorlog overleefde en nu een plek van herdenking is in de prachtige tuinen van Vienne le Chateau.

De tekst op de plaque: L’Arbre Sanglant”.

Nécropole Nationale de Vienne le Chateau. 1673 Fransen liggen hier begraven, waarvan 442 in een ossuaire aan de overkant van de D63.

Monument voor de 128me DI “Les Loups. Deze divisie was op veel plekken actief en liet daarbij een aantal monumenten achter, zoals in het Bois de Prêtre, nabij Nancy.

Het ossuaire van Nécropole Nationale de Vienne le Chateau is een imposante grafheuvel tegenover de begraafplaats.

Een beschadigde ruit biedt een inkijkje in het ossuaire van Nécropole Nationale de Vienne le Chateau. De karakteristieke gedenktegels zijn goed zichtbaar.

De vrouwenfiguur op het ossuaire van Nécropole Nationale de Vienne le Chateau

Langs de D266 van Vienne le Chateau naar Servon Melzicourt zijn vele monumenten te vinden. Niet ver hier vandaan liep de frontlinie vrijwel parallel aan de weg. Dit is de fraaie kop van het monument voor Bernard Citroën, korporaal Citroën sneuvelde al in oktober 1914, nadat hij als vrijwilliger dienst had genomen.
Dat dit monument veel wegheeft van de demarkatiepalen is niet verwonderlijk. Paul Moreau Vauthier, de ontwerper van de demarkatiepaal tekende voor het ontwerp.

Naast het monument voor Citroën staat een monument voor sergeant Marcel Karcher, die in januari 1915 sneuvelde.

De slecht leesbare tekst luidt:

A la mémoire de Marcel Karcher
tombé en ces lieux
le 5 janvier 1915
agé de 22 ans

Op het monument van Citroën staat op de achterzijde zijn eervolle vermelding.

A la mémoire de Bernard Citroen

Caporal au 51e RI

Iets verder staat een robuust monument voor sergeant Jacquemard-Couke

Stèle Jacquemard-Couke

Monument voor sergeant Jacquemard-Couke langs de D266.

Het mooi versierde kruis op het monument voor sergeant Jacquemard-Couke

Verder naar het westen aan de D266 staat dit fraaie monument voor kapitein Max Delaval. Delaval ging zijn troepen voor bij een aanval in september 1915 en sneuvelde daarbij. Het opschrift luidt:

A la mémoire du Capitaine Max Delaval
tombé au champ d'honneur
à la tête de sa Compagnie du 168e RI
le 25 septembre 1915

Stèle autel

De prachtig versierselen van het monument bevatten deze engelen onder een kruisbeeld.

De inscriptie voor Delaval is wat weggestopt onder het monument.

Laat niets aan duidelijkheid over..

 

-V-

Terug naar top